Al bellend stapt ze de bus in en zoekt ze een plekje om te zitten. Onderuitgezakt en met haar voeten op de bank voor zich vervolgt ze haar telefoongesprek. Alle passagiers kunnen meegenieten. Van sommige gezichten is de ergernis af te lezen: Dit is toch asociaal?
"Kinderen weten hoe het hoort', is de veelzeggende titel van het boek van Reinildis van Ditzhuyzen. De geschiedenis van een etiquetteboek voor kinderen begint al in 1530. Erasmus schreef toen in het Latijn een boek dat erg positief werd onthaald. In de zestiende eeuw beleefde het boekje wel tachtig herdrukken. In 1999 kwam het boek “Hoe hoort het eigenlijk?” van Reinildis van Ditzhuyzen op de markt. Zij herschreef dit werk van Amy Groskamp-ten Have uit 1939 en ook nu bleek dat hiervoor grote belangstelling bestond. Een halfjaar lang stond het standaardwerk in de top tien van best verkochte boeken.
Maar is het dan zo belangrijk dat kinderen goede manieren leren? Van Ditzhuyzen stelt dat het net zo belangrijk is als het halen van schooldiploma’s. „Je bent namelijk niet alleen op de wereld. Elke dag en overal heb je te maken met andere mensen: thuis, op school, op straat, tijdens je vakantie. Al die mensen zijn verschillend. Om al die mensen goed met elkaar om te laten gaan, zijn etiquetteregels bedacht. Het is eigenlijk heel eenvoudig: als jij vriendelijk en beleefd bent tegen anderen, dan zijn zij vriendelijk en beleefd tegen jou.”
Onbegrip bij buitenlanders
Etiquette omschrijft Van Ditzhuyzen als een toverstokje dat de verschillen tussen mensen plooit en regelt. De verschillen blijven, want etiquette is geen strijkbout die alles glad strijkt. De basisregel is eenvoudig: Houd rekening met anderen. Groskamp, de schrijfster van het boek uit 1939, meent dat ouders nooit te vroeg kunnen beginnen met kinderen manieren bijbrengen. „Dit heeft niets uitstaande met handjes geven, al-of-niet-handschoentjes- dragen, versjes opzeggen en in gezelschap als een gedresseerd aapje vertoond worden.”
Zaken die volgens haar wel van belang zijn, zijn het leren van zelfbeheersing, oplettendheid en bescheidenheid. Het valt buitenlanders ook op dat Nederlandse ouders hun kinderen en jongeren weinig goede manieren leren. Van Ditzhuyzen haalt een oud-ambassadeur van Spanje aan: „Het Nederlandse kind wordt in de eerste levensjaren volledig vrijgesteld van iedere discipline en het mag precies doen waar het zin in heeft. Manieren leren zij dan ook nooit en nimmer. Het is een houding van laissez-faire, laissez-passer, waar geen buitenlander iets van begrijpt.”
Mooie woorden
Met mooie woorden kun je volgens Van Ditzhuyzen andere mensen als het ware betoveren. Het zijn dankjewel (dankuwel), alsjeblieft (alstublieft) en sorry (pardon). Deze woorden kosten niets, maar als je ze gebruikt, leveren ze je veel winst op. Zeg gewoon sorry of pardon, als je per ongeluk bijvoorbeeld tegen iemands been schopt. Ook al heeft die ander dan pijn, het wordt minder erg als jij laat merken dat je het vervelend vindt en dat je met hem meeleeft. Meeleven doet goed!
Vragen van kinderen
Op mijn verjaardagspartijtje kreeg ik van een klasgenoot een heel erg duur cadeau. Ik vond het een beetje gek, maar natuurlijk ook fijn. Maarrre, nu ga ik naar zijn verjaardag. Moeten mijn ouders voor hem nu net zo’n duur cadeau kopen?
Nee hoor, dat moet helemaal niet. Je hoeft niet precies uit te rekenen hoeveel de cadeaus kosten, om later net zoveel terug te geven. Want het gaat bij zo’n feestje helemaal niet om geld. Het gaat om vriendschap en om de moeite die je daarvoor doet. Je klasgenoot is jarig en je wilt hem een plezier doen met iets wat hij leuk vindt. Vraag hem dus wat hij wil hebben en koop dat (of laat je ouders het kopen). Is het te duur, geef het dan samen met een paar vrienden. Weet je hoe het gaat als je ouders wel een even kostbaar geschenk kopen? Dan is de kans groot dat andere ouders dat ook gaan doen. Zo worden de cadeaus steeds duurder. Het wordt dan een soort wedstrijd om met het duurste en mooiste cadeau te komen. Dat is niet de bedoeling. Bovendien is het vervelend voor vriendjes met ouders die dat niet kunnen betalen.
Ik heet Rosa en ik speel vaak bij een vriendin. Moet ik haar ouders gedag zeggen als ik kom en als ik wegga? Of hoeft dat niet?
Jazeker! Jij bent, zoals dat heet, te gast bij de ouders van je vriendin. Ze zorgen ervoor dat je het naar je zin hebt in hun huis, zodat jullie fijn kunnen spelen. Misschien maken ze ruimte voor jullie vrij. Of ze halen spellen uit de kast. Ook geven ze waarschijnlijk iets te eten en te drinken. Vergeet niet dat haar ouders een heel belangrijk deel van het leven van jouw vriendin zijn. Het zou dus nogal raar (en onaardig) zijn als je ze bij aankomst niet netjes begroette en bij het weggaan geen afscheid van ze nam. Zeg ook ‘dankuwel’. Dat kost je niets, maar het maakt de omgang met de familie van je vriendin prettiger.
Eetregels van Erasmus
- Denk eraan, de mens is geen dier! Gedraag je dus ook niet als een dier.
- Stort je niet als een wolf op het eten.
- Kluif niet als een hond de botten af.
- Sla je drank niet achterover als een gans.
- Lik je bord niet af als een kat.
- Knor niet als een varken.
Een groet doet goed
Wie z’n kinderen goed leert groeten, laat ze een goede indruk maken. De ontmoeting wordt er meteen een stuk prettiger door. In een winkel of op school zeg je bij binnenkomst vriendelijk ‘dag mevrouw’ of ‘goedemorgen, juf’. Als je weggaat, kun je bijvoorbeeld ‘tot ziens’ zeggen.
Voor een uitgebreidere begroeting bestaan vier basisregels:
- Je staat op (blijf nooit onderuitgezakt in je stoel hangen dat ziet er erg onverschillig en onvriendelijk uit).
- Je kijkt de ander aan (als je langs iemand heen kijkt, lijkt het net of je hem niet wilt zien).
- Je geeft de ander een stevige hand (geen slap vaatdoekje, dan lijkt je een watje).
- Je zegt ‘dag mevrouw’ of ‘dag meneer’ (geen hallo, hoi of doei – dat zeg je alleen tegen je vrienden). Bij mensen die je niet kent, zeg je duidelijk hoe je heet.
Wat vinden kinderen goede manieren?
- Naar elkaar luisteren
- Elkaar iets gunnen
- Niet schoppen en slaan
- Van andermans spullen afblijven
- De deur voor iemand openhouden
- Niet te snel oordelen
- Beleefd zijn en u zeggen
- Geen kauwgom op straat gooien
- Niemand buitensluiten
- Bedanken