Op zoek naar materiaal over Hemelvaart en Pinksteren? Bekijk de themapagina.

Kerstverhaal - Leia Biblia

Een kerstverhaal dat zich afspeelt in Brazilië

Leia Biblia

Wezenloos kijkt Gustavo voor zich uit. Hij merkt weinig van de dingen om hem heen, tot zijn zusje Camila hem een duw geeft. Bijna rolt hij van het muurtje af. Nog net kan hij zich vastgrijpen. ‘Ik wil eten’, schreeuwt Camila. Versuft kijkt Gustavo haar aan. ‘Wat moet ik doen?’, vraagt hij met een vreemde stem. ‘Ik wil eten’, zegt Camila. Sloom loopt Gustavo met haar mee het steegje in naar zijn huis.
Pang… pang… horen ze opeens. Ze rennen het steegje verder in. Nog een keer klinkt het pang… pang… pang… Het geluid is dichterbij. Een harde stem beveelt: ‘Straat schoonmaken.’ Het lijkt of Gustavo uit een slaap wakker wordt. Hij pakt Camila bij haar arm en trekt haar mee een zijsteegje in. ‘Rennen’, zegt hij. ‘Wegwezen, de politie komt eraan.’ Snel schiet Gustavo een ander steegje in. Ze horen het schieten nog steeds, maar het geluid wordt minder.
Met een harde klap gooit hij de deur open. Het wankele muurtje beweegt door de klap. Hij merkt het niet eens. Als Camila binnen is, duwt hij de deur weer dicht. ‘Ik wil eten’, klinkt het voor de derde keer. Gustavo kijkt in de oude koelkast. Hmmm, niet zo veel bijzonders. Vanavond zal hij aan Fabio en Marcos vragen of ze geld willen geven om eten te kopen. Zij hebben geld genoeg. Hij pakt een schaaltje rijst en wat groente en warmt het op in een pannetje.

Nu moeder gestorven is, moet Gustavo voor Camila zorgen. Zijn vader heeft hij al jaren niet gezien. Hij stond in de favela (een soort krottenwijk in Rio de Janeiro, waar de mensen vaak moeten leven van een laag inkomen) bekend als een drugsdealer. Bovendien heeft hij verschillende keren gestolen. Wat er met hem gebeurd is? Gustavo weet het niet. Hij hoort de naam van zijn vader nooit meer noemen. Een paar maanden geleden werd zijn moeder erg ziek: ze had heel veel pijn in haar buik. Vorige week is zij gestorven. Zelfs in de ogen van zijn stoere broers Fabio en Marcos had hij tranen gezien. Om zijn verdriet te vergeten heeft Gustavo een plastic flesje thinner gekocht. Ergens in de hoek van de kast had hij een oud lapje gevonden. Dat kon hij goed gebruiken: een beetje thinner erop en de geur opsnuiven. Heerlijk vond hij het: hij voelde zich suf worden en kon even zijn verdriet vergeten.
Maar nu hij thuis is, komt het verdriet weer naar boven. Hij voelt zich moedeloos. Hoe kan hij, als 10-jarige, voor zijn 6-jarige zusje zorgen? Met zijn vragen kan hij niet bij zijn broers terecht. Die hebben het te druk met hun drugshandel. Maar hij moet nu wel geld hebben.

Als de broers thuiskomen, zegt Gustavo: ‘Krijg ik wat geld om eten te kopen? Alles is op.’ Fabio grijnst: ‘Dat kan, maar dan moet je wel iets voor ons doen.’ Gustavo wil best zijn broers helpen, maar heeft geen idee wat hij moet doen. ‘Zaterdagmiddag ga je met ons mee’, zegt Marcos. ‘Krijg ik dan nu al wat geld?’, vraagt Gustavo. Fabio haalt een briefje van 20 reais (een reaal = de munt van Brazilië) uit zijn broekzak. Zorgvuldig stopt Gustavo het weg.

De volgende morgen gaat Gustavo naar de markt. Het geld zit diep in zijn zak. Wat moet hij kopen? In elk geval brood, rijst en groente. Even is hij alle verdriet vergeten. Ze kunnen vanavond eten. Gretig pakt Camila het broodje aan. Binnen de kortste keren heeft ze het op. ‘Kom, we brengen alles thuis’, zegt hij als hij ook een broodje gegeten heeft. Hij ruimt het eten op in de koelkast, sluit de deur van hun stenen huisje en stapt de straat op. ‘We gaan naar school’, zegt hij tegen Camila. In zijn favela ga je maar halve dagen naar school. Lekker makkelijk, dan heb je geen grote school nodig, niet veel leerkrachten en je bent de halve dag vrij. Toen moeder nog leefde, ging Gustavo elke dag naar school, maar nu is hij al dagen niet geweest. Hij brengt Camila in haar klas en loopt naar zijn eigen lokaal. ‘Fijn, dat je er weer bent’, zegt de meester. Gustavo geniet. Hij vindt lezen erg fijn en hij vergeet even zijn eenzaamheid en de verdrietige dingen. Met een blij gevoel loopt hij met Camila terug naar huis.

Als ze bijna thuis zijn, hoort hij op een trommel slaan. Een vrouwenstem zingt: ‘Leia Biblia (= Lees je Bijbel).’ Nieuwsgierig loopt hij op het geluid af. Al snel ziet hij het: een vrouw loopt zingend door een steegje. Heel anders klinkt het lied dan de liedjes die zijn broers zingen. Die schreeuwen altijd als ze alcohol gedronken hebben en drugs ophebben. Achter haar lopen kinderen van verschillende leeftijden. Gustavo en Camila staan in de steeg te kijken. ‘Ga je ook mee?’, vraagt een jonge vrouw die meeloopt. Voor Gustavo het zich realiseert, trekt hij Camila mee. Wat ze gaan doen? Geen idee, maar anders verveelt hij zich maar. Ze lopen door wat steegjes naar een plein. Af en toe moeten ze oppassen om niet te struikelen over losliggende stenen. Omdat het gisteravond hard geregend heeft, staan er overal nog grote plassen. Ze moeten achter elkaar lopen, omdat de steegjes zo smal zijn. Onderweg denkt Gustavo: de huisjes die hier staan, zijn nog armoediger dan ons huisje. Sommige zakken van ellende bijna in elkaar. Elektriciteitsdraden hangen over de straat en ze moeten soms bukken om er niet tegen aan te lopen. Wat een wirwar van draden.

Op het plein gaan de kinderen op de grond zitten. Gustavo doet het ook. Dat zal wel de bedoeling zijn. Hij kijkt om zich heen. Het plein is een verzamelplaats voor drugshandelaars. Hij ziet plastic zakjes met drugs op de grond liggen en enkele mannen staan druk te overleggen. Opeens schiet het door hem heen: zouden zijn broers hier ook zijn? Hij kijkt nog eens goed…, nee gelukkig.
Als de kinderen een plekje gevonden hebben, begint één van de juffen te praten. Camila kruipt tegen hem aan. Zou ze bang zijn, vraagt Gustavo zich af? Sinds moeder gestorven is, wil ze steeds in zijn buurt zijn. Juf Suzana vouwt haar handen en zegt: ‘Doen jullie het ook maar. We gaan bidden.’ Gustavo kijkt om zich heen. Bidden? Wat is dat? Maar hij ziet dat de andere kinderen doen wat de juf zegt. Dan doet hij het ook. Van wat ze zegt, begrijpt hij niets. Het lijkt of ze tegen Iemand praat, maar tegen Wie? Dan hoort hij: ‘Amém.’ Camila stoot hem aan. ‘Kijk Gustavo.’ Hij doet zijn ogen open. De andere juf loopt naar een bord dat ze aan de boom opgehangen heeft. ‘Voor de kinderen die mij nog niet kennen: ik heet Miryam. Vanmiddag ga ik jullie een verhaal vertellen.’ Ze pakt een groot blauw stuk papier en plakt dat op het bord. Dan pakt ze een scheepje. Grappig, denk Gustavo, het lijkt net of het vaart. De juf zet ook mannen in het scheepje. De lucht maakt ze donker met zwart papier, maar een maan verlicht de nacht. Gustavo ziet het voor zich. Als hij hoog in de favela loopt, kan hij de oceaan zien. ’s Avonds ziet hij wat lichtpuntjes van schepen die voor de kust varen. Hé, wat doet ze nu? Ze pakt het blauwe stuk, haalt het eraf en plakt een nieuw stuk erop: allemaal hoge golven. Het scheepje plakt ze scheef: het lijkt net of het in de golven wegzinkt. Even later komt het scheepje omhoog op een hoge golf. Gustavo begrijpt dat de mensen aan boord van het scheepje bang zijn. Juf Miryam zegt: ‘In jouw leven kan het ook stormen, als je veel verdriet hebt. Vergeet dan niet dat er Eén is Die jou helpen wil, de Heere Jezus. Hij wil voor jou zorgen. Je mag tot Hem bidden, net zoals we straks gedaan hebben.’ Gustavo luistert zo aandachtig dat hij niet merkt dat Camila tegen hem in slaap gevallen is. Hij zucht als het verhaal uit is.

Na het verhaal krijgen ze allemaal twee broodjes. Lekker! Hoe laat zou het zijn? Hij heeft geen idee. Dan denkt hij aan morgenmiddag. Wat willen zijn broers? Nou ja…, hij ziet het wel. Als ze gedronken hebben, zingen ze verschillende liederen. Gustavo kent ze niet, maar hij ziet veel kinderen meezingen. Komen die kinderen hier vaker? Hij ziet dat zelfs een paar drugshandelaars staan te luisteren.
Juf Suzana komt naar hem toe: ‘Hoe heet jij? Ik heb je nog nooit gezien. Klopt dat?’ Gustavo knikt. ‘Je mag elke vrijdag- en dinsdagmiddag komen. Heb je zin om een spelletje te doen?’ ‘En Camila dan?’ ‘Die mag een kleurplaat maken met de andere juf.’ Hij loopt met haar naar de oudere jongens. ‘Ik heb een soort voetbalspel bedacht’, zegt ze lachend tegen de jongens. ‘Ik weet dat jullie in Brazilië en zeker hier in Rio de Janeiro van voetballen houden. Nu doen we het iets anders. Blaas eerst deze ballon maar op.’ Eén van de oudere jongens schreeuwt: ‘Dat is geen voetbal.’ Toch blaast hij de ballon op, knoopt er een touw aan en bindt dat aan zijn been. 'We maken twee groepen: een rode en een groene groep. Je moet een ballon van de andere groep kapottrappen.’ Gustavo zegt: ‘Niks aan. Dat heb je zo gedaan.’ Maar dat valt tegen. Het is een gegil en gelach van jewelste. Bijna heeft Gustavo zijn voet op een ballon van de tegenpartij staan, maar nog net draait de jongen zich om en trapt hij mis.
Na een half uur zijn bijna alle ballonnen kapot. ‘Nu een potje echt voetballen’, zegt juf Suzana. Gustavo gaat zo op in het spel, dat hij niet merkt dat een paar mannen naar hem kijken. Hij geniet volop. Dat is nog eens wat anders dan thinner snuiven en slapen op de stoeprand.

’s Avonds zegt Fabio: ‘Wat moest jij op het plein?’ Gustavo schrikt. Heeft zijn broer hem gezien? ‘We hebben gespeeld’, zegt hij vlug. ‘Heb jij ons gezien?’ Gustavo schudt zijn hoofd. ‘Denk erom dat je aan niemand vertelt, dat we op het plein waren.’ ‘Nee’, antwoordt Gustavo kortaf. Fabio moet niet zeuren. Anders maakt hij zich nergens druk om en nu wil hij alles weten. Gustavo voelt zich verdrietig worden. ‘Morgenmiddag ben je om 4 uur op dat plein. Dat heb je beloofd’, reageert Marcos streng. Gustavo merkt dat hij het meent. Hij kan er niet onderuit. Hij is bang, maar dat laat hij niet merken om zijn broers niet boos te maken.

Alsof er niets aan de hand is, loopt Gustavo de volgende middag naar het plein. Camila is bij de buurvrouw gebleven. Gelukkig maar. Op het plein lopen nu bijna geen kinderen, wel staan overal groepjes mannen. Gustavo kijkt over het plein en zoekt zijn broers. Daar staan ze. Marcos ziet hem ook en komt naar hem toe. ‘Wij gaan straks nog verder naar boven in de favela. Jij loopt met ons mee. Ik zal zeggen waar je moet gaan staan. Jij moet ons waarschuwen voor de politie. Als die naar bovenkomt, moet je fluiten. Dan kunnen wij snel weglopen.’

Achter zijn broers en enkele mannen loopt hij verder naar boven. Gelukkig is er een trap, zodat hij niet over de stenen hoeft te klimmen. Bij een open stuk blijft Marcos staan. ‘Dit is je post. Je weet wat je moet doen’, zegt hij nors. Gustavo kijkt over het muurtje naar beneden. Wat een uitzicht: hij ziet de stenen huisjes van de favela, maar ook de krotten. Hij kijkt in een grote steeg die naar beneden loopt. In de verte ziet hij de oceaan liggen. Achter hem liggen nog hogere heuvels met huizen. Verveeld gaat hij over het muurtje hangen. Waarom moet hij hier wachten? De politie is nergens te zien. Maar hij durft niet weg te lopen. Dan zal Marcos woedend op hem zijn. Gustavo kijkt nog eens naar beneden: nee hoor, niets te zien. Dan valt zijn oog op het grote beeld boven op de berg. Dat heeft hij al zo vaak gezien, maar het is of hij het nu anders ziet. Het is een beeld van een man met zijn armen wijd uitgespreid. Net alsof die man zegt: ‘Kom maar hier. Je mag bij mij komen.’ Gustavo denkt niet meer aan zijn broers, politie en drugs. Wie is die man? Hij weet dat veel mensen boven op de berg gaan kijken. Je kunt er zelfs met een kabelbaan naartoe, heeft hij wel eens gehoord. Zelf is hij er nog nooit geweest. Dan denkt hij terug aan het verhaal van gisteren. Zou dat…?

Pang…, pang…, pang… Gustavo kijkt verschrikt naar beneden. Hij heeft zo staan dromen, dat hij niet op de politie gelet heeft. Ze zijn al dichtbij, te laat om te fluiten… Hij wil wegrennen om zijn broers te waarschuwen, maar wordt tegengehouden door een agent. ‘Staan blijven. Hoor je er ook bij?’ Gustavo wil zich losrukken, maar de agent houdt hem stevig vast en geeft hem een tik met zijn geweer tegen zijn hoofd. ‘Nee…, nee…’, stottert Gustavo. Hij voelt bloed langs zijn gezicht lopen en pakt het oude lapje uit zijn zak. De agenten lopen gelukkig door en laten hem verder met rust. Even later hoort hij weer: pang…, pang… Maar gelijk hoort hij ook takketakketakke, takketakketakke. Er wordt teruggeschoten. Door zijn broers? Gustavo weet het niet. Snel komt hij overeind. Camila… wie moet er voor haar zorgen? Hij? Dan moet hij nu naar beneden. Stel je voor dat zijn broers opgepakt worden of nog erger…

Hijgend ploft hij op het stoepje voor zijn huis neer. Al snel komt de buurvrouw naar hem toe. ‘Ik hoorde schieten. Hebben ze je geslagen?’ Gustavo knikt. De buurvrouw pakt een schone doek en wast het bloed van zijn hoofd. Camila staat er huilend bij. ‘Zal ik eten voor je klaarmaken?’, vraagt de buurvrouw. Gustavo knikt. Hij is moe van alles. Wat zal er met zijn broers gebeuren? De volgende dag hoort hij het van de buurvrouw: Fabio en Marcos zijn allebei opgepakt voor drugshandel.

Gustavo weet niet hoe het verder moet. Hij zit opnieuw op de stoep voor zijn huis. Hoe moet hij aan geld komen? Wie moet er voor zijn zusje zorgen? Naar school gaan? Wat heeft dat nu voor zin! Hij is te jong om te gaan werken. Toch zal het moeten. Hij pakt zijn flesje thinner, gooit wat druppels op het lapje en houdt het onder zijn neus. Heerlijk… Even alles vergeten. Maar het duurt niet lang. Dan wordt hij weer met al zijn ellende geconfronteerd.
Camila zeurt steeds aan zijn hoofd: ‘Ik wil eten.’ Het eten in de koelkast is bijna op. En wat dan? Moedeloos zit hij met zijn handen onder zijn hoofd. Hij heeft niemand aan horen komen, maar opeens legt iemand een hand op zijn schouder. Gustavo kijkt op. Hé, waar heeft hij die vrouw gezien? Hij weet het weer: de juf van de trommel en van het plein. ‘Ik kom bij jou kijken. Kun je me je huis laten zien?’ Camila roept gelijk: ‘Krijg ik broodjes?’ Ze herkent de juf ook. Gustavo laat het huisje zien. Veel is het niet. ‘Met hoeveel mensen wonen jullie hier?’, vraagt juf Suzana. Gustavo vertelt wat er de laatste tijd gebeurd is. Het blijft even stil, dan antwoordt de juf: ‘Wat erg, Gustavo. Ik ga kijken of ik iets voor je kan doen. Ga je straks mee naar het plein?’ ‘Ja’, juicht Camila.

De juf pakt haar trommel en loopt al zingend door de steegjes. Ze zingt hetzelfde lied als de vorige keer: ‘Leia Biblia.’ Op het plein gaat Gustavo op de grond zitten. Ziet hij bekende mannen? Nee… hij herkent ze niet, ook niemand van de mannen die zaterdag bij zijn broers waren. Gelukkig maar. Wel ziet hij verschillende mensen op een stuk karton onder een deken op de grond liggen. Ze liggen blijkbaar te slapen. Wordt dat zijn toekomst? Hij is blij dat hij op dit moment tenminste nog een bed heeft.
Juf Suzana heeft een groot kruis op het bord geplakt. Aan de linkerkant plakt ze een zwart hart en aan de rechterkant een wit hart. Ze vertelt over de zondeval in het paradijs: ‘Ons hart is zwart door de zonde. Als je nadenkt, weet je dat wel. Hoeveel keer ben je vandaag boos geweest? Heb je al eens gestolen?’ Gustavo denkt na. Ze heeft gelijk. Hij is de laatste tijd zo boos. Boos op zijn vader, boos op zijn broers. Boos op zijn …. Nee, als hij aan zijn moeder denkt, wordt hij alleen maar verdrietig.

‘Weet je hoe je hart wit kan worden?’, vraagt de juf. Ze kijkt de kring rond. Een meisje zegt: ‘Door het kruis?’ ‘Dat klopt, daarom staat het in het midden. Weet iemand Wie er aan het kruis gehangen heeft?’ Gustavo moet denken aan zaterdagmiddag toen hij naar de berg keek. Zonder nadenken zegt hij: ‘Is dat de man van het beeld?’ Juf Suzana kijkt hem aan. ‘Wat bedoel je Gustavo?’ ‘Nou…’ Hij gaat niet verder, hij durft niet te zeggen wat hij zaterdag dacht. De juf ziet zijn aarzeling en zegt daarom: ‘Bedoel je het beeld boven op de berg in Rio?’ Gustavo knikt. ‘Ik begrijp dat je daaraan denkt. Dat beeld hebben ze bijna 100 jaar geleden gebouwd. Het is een beeld dat de Heere Jezus voor moet stellen.’ ‘Waarom heeft Hij dan Zijn armen zo wijd?’, vraagt Gustavo opeens. Hij wil het nu gewoon weten. ‘Het beeld wil laten zien dat de Heere Jezus de hele wereld in Zijn handen heeft. Iedereen mag naar Hem toekomen. Hij wil jouw zonden vergeven en je hart wit maken.’ Gustavo moet daar goed over nadenken. ‘Weet je’, gaat de juf verder, ‘je hebt het beeld niet nodig om iets te weten over Hem.’ Ze pakt haar Bijbel en zegt: ‘In dit Boek kun je heel veel over de Heere Jezus lezen. Kom daarom elke keer luisteren naar de verhalen. Dan leer je steeds meer.’

Na het eten en zingen maken ze twee groepen: de jongeren maken een ketting van gekleurde stroken papier. Juf Miryam maakt met de oudere kinderen een vlieger. Gustavo geniet. Hij bedenkt een plekje waar hij zijn vlieger in de lucht kan laten staan. Hij weet al iets. Straks gelijk proberen.
Camila loopt met haar ketting om haar nek. Gustavo heeft de vlieger in zijn hand. ‘Ga jij naar de buurvrouw? Ik wil mijn vlieger oplaten. Maar daar is het voor jou te gevaarlijk.’ Camila vindt het deze keer best. Ze is trots op haar ketting, dan kan ze die gelijk laten zien.

Gustavo loopt een paar trappen op, verder de berg op. Hij gaat tegen een muur van een huis staan. Zou het hier lukken? Hij kijkt omhoog, maar ziet allemaal elektriciteitsdraden. Kan zijn vlieger daartussendoor? Hij houdt hem een beetje omhoog… Nee, dat gaat nooit lukken. Hij dacht een goed plekje te hebben, maar toch niet. Dan moet hij het bij de rotsen proberen. Daar heb je minder draden. Snel loopt hij de trappen af naar beneden.
Hij vindt een geschikte plaats: er zijn geen huisjes en geen draden. Hij loopt iets achteruit en probeert zijn vlieger op te laten. Prachtig…, de wind neemt zijn vlieger mee. Steeds hoger gaat hij. Gustavo draait zich een beetje om, dan kan hij zijn vlieger nog beter zien. Oef…, denkt hij, ik moet niet te dicht bij de rand van de rots komen, maar terwijl hij dat denkt…

Hij verliest zijn evenwicht, valt en kan zich niet meer vastgrijpen aan de rand. In een flits denkt hij: kan Jezus mij nu helpen? Voor het eerst in zijn leven bidt Gustavo. Maar twee woorden: ‘Help mij!’ Dan ligt hij beneden, onderaan de rots. Versuft blijft hij even liggen. Hij kijkt omhoog: is hij zo’n stuk naar beneden gevallen? Hij komt overeind en gaat staan. Heeft hij niets gebroken? Nee…, alleen wat schaafwonden. Gustavo kijkt nog een keer verwonderd naar boven. Heeft de Heere Jezus zijn gebed verhoord?
Zijn vlieger is hij kwijt, maar dat is niet erg. Hij had ook… Brrr, niet aan denken. Wie had er dan voor zijn zusje moeten zorgen? Gelijk loopt hij verder: hij moet nu een heel stuk naar boven lopen. Straks wordt het donker. Hij mag wel doorlopen. Want in het donker loop je het liefst niet alleen door favela.

Vrijdagmiddag hoort hij de trommel en het zingen. ‘Ga je mee?’, vraagt hij aan Camila. Die vindt het prima. Gustavo heeft de laatste dagen veel nagedacht. Hij heeft veel vragen. Zal hij alles aan de juf vertellen? Als ze op het plein zitten, komt juf Suzana naar hem toe. ‘Hoe gaat het, Gustavo?’ Zal ik…? ‘Ik ben dinsdag van de rotsen gevallen bij het vliegeren’, zegt hij. ‘Wat?’, zegt juf Suzana verschrikt. ‘Echt? Ik zie niets aan je.’ Dan kijkt Gustavo haar met vragende ogen aan: ‘Komt dat door de Heere Jezus?’ ‘Waarom denk je dat?’ ‘Nou…’ Even hapert Gustavo maar zegt dan: ‘Het was alsof ik handen onder me voelde. Daardoor viel ik niet hard.’ Tranen springen in de ogen van juf Suzana. ‘Oh Gustavo. Ik weet het zeker. God heeft jou bewaard. Wat een wonder. Straks zullen we ervoor danken. Vind je dat goed?’ Gustavo knikt. Hij vindt het zo vreemd. Hij weet nu zeker dat de Heere Jezus bestaat, maar verder…

Als juf Miryam vertelt over de verloren zoon die terugkomt bij zijn vader zegt ze: ‘God in de hemel is blij als er een zondige jongen of een zondig meisje naar Hem toekomt. Hij wil jullie zonden vergeven en wil dat je naar Hem luistert.’ Gustavo kijkt naar boven, naar de strakblauwe lucht. Woont God daar? Ziet God hem? Wil God hem helpen? Ja…, hij weet het zeker. God heeft het al gedaan. Hij kan het beeld op de berg nu niet zien, maar hij moet denken aan de wijduitgebreide handen: de Heere Jezus ziet ook hem, een arme jongen uit de favela. Een glimlach komt op zijn gezicht.
‘Gustavo.’ Hij hoort zijn naam noemen en kijkt op. Juf Suzana staat bij hem. ‘Volgens mij zit je met je gedachten ergens anders, maar ik heb iets gevraagd. Heb je het gehoord?’ Gustavo schudt zijn hoofd. ‘Dat dacht ik al. Je bent zo afwezig. Wil je samen met Camila morgen naar ons clubgebouw komen? Het is helemaal boven in de favela, bij een oud kerkje. We vieren dan kerstfeest met elkaar.’ ‘Ik weet niet waar het is’, antwoordt Gustavo. ‘Dat is niet erg. Zorg maar dat je morgenmiddag om 4 uur op het plein bent. Dan lopen we met z’n allen naar boven.’

Gustavo vindt het spannend. Kerstfeest… dan hangen er veel lichtjes overal. Maar verder…? Het zegt hem niets. Eén ding weet hij wel: hij wil meer verhalen horen uit het boek van de juf. Ze lopen met een groep kinderen de trap op naar boven. Bij een oud gebouwtje gaan ze naar binnen. Daar zitten al meer kinderen. Pfff…, best warm, maar Gustavo heeft al gezien dat het straks gaat regenen. Dan zitten ze hier droog. Gustavo geniet van het verhaal. Voor het eerst hoort hij vertellen over de geboorte van de Heere Jezus. Hij vergeet even de verdrietige dingen van de afgelopen tijd. Mag hij de Heere Jezus ook zoeken, net als de herders? Op veel vragen weet hij geen antwoord.

Ze zingen met elkaar en krijgen lekkere broodjes en drinken. Weer een zorg minder, denkt Gustavo. Vandaag hebben ze eten. Morgen ziet hij wel weer. ‘Vandaag krijgen jullie allemaal iets’, zegt juf Suzanna. ‘Voor elk kind heb ik een pakje. Ik denk dat jullie het mooi zullen vinden.’ Om de beurt moeten ze bij juf Suzana komen. Camila krijgt een boekje met plaatjes. Glunderend bekijkt ze het. Als Gustavo aan de beurt is, zegt juf Suzana: ‘Ik weet dat jij van lezen houdt. Ik weet ook dat jij veel over God wil weten. Daarom heb ik voor jou een dikker boek.’ Gustavo pakt het uit en leest: A Bilbia Sagrada. ‘Is dat het boek waaruit u vertelt?’, vraagt hij heel verbaasd. ‘Ja Gustavo. Lees er veel in. En… ik denk nog na hoe ik jullie verder kan helpen.’

Auteur: J.J. Meijer-Voortman



Opvoeden doe je samen!

Leer van elkaar door het onderlinge gesprek! Wij komen graag naar jullie voor toerusting op maat. Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag per mail aan Thera.

Neem contact op

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

Stuur je tip in

Kerstverhaal

Meer

De glinsterende kerstbal

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

De vergeten oorlog

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Een geheime, eigen Bijbel

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Een kleurrijke kerst

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Het mandje in de sneeuw

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Kerst op de kinderafdeling

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Kerstverhaal - Abraham en de Wijzen uit het oosten

15 januari 2022
Dit kerstverhaal vertelt over de Wijzen uit het oosten, tegen de achtergrond van Gods belofte aan Abraham, dat zijn nageslacht net zo talrijk zou …
+
Ontwikkeld door

Kerstverhaal - Abul de vluchteling

10 november 2020
Een kerstverhaal over Abdul uit Soedan en zijn vlucht naar Nederland. Daar hoort hij over de Heere Jezus.
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Andrej

5 januari 2021
Een kerstverhaal over het liefhebben van je naaste. De moeder van Andrej helpt een arme, zieke vrouw door haar in huis te nemen. Andrej is er niet zo …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Ashra de asielzoeker

10 november 2020
Een kerstverhaal over een christelijk gezin dat in Nederland asiel zoekt. Ashra moet met zijn familie vluchten. De paspoorten die vader gekocht heeft …
+
Ontwikkeld door

Kerstverhaal - Aydin uit Turkije

10 november 2020
Een kerstverhaal over christenvervolging in Turkije. Aydins vader is moslim en haat christenen. Aydin moet Husnur, die aardige jongen uit het dorp, …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Kerstverhaal - De begraven schat

10 november 2020
Een kerstverhaal over een verborgen schat, dat zich afspeelt in Noord-Korea.
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - De laatste zal de eerste zijn

10 november 2020
Alle kinderen uit de klas hebben geld opgehaald voor een goed doel. Dirk kan het niet goed hebben dat juist 'simpele' Daantje het meeste geld …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - De oude molen

10 november 2020
Een spannend kerstverhaal dat zich afspeelt in de oorlog. Twee broertjes ontdekken een Joodse onderduiker bij de oude molen. Ze mogen hem vertellen …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - De paraplu-sprong

10 november 2020
Een kerstverhaal over twee stoere jongens die parachute willen springen. Rob krijgt een nieuwe buurjongen. Het klikt goed en samen bedenken ze stoere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Kerstverhaal - De schuilplaats

10 november 2020
Een spannend kerstverhaal over de Schuilplaats die we allemaal nodig hebben. Janos moet met zijn ouders en broertje en zusje vluchten. Het wordt te …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - De vierde wijze

25 augustus 2021
Een kerstverhaal over de vierde wijze die op zoek gaat naar de Heere Jezus. Dit kerstverhaal is gebaseerd op een legende over een vierde wijze uit …
+
Ontwikkeld door

Kerstverhaal - Een koning op zijn troon

10 november 2020
Koning Bromtol is niet snel tevreden. Dit jaar is er geen enkel kerstverhaal goed genoeg. Tot er een zwerfster komt en hem vertelt over de Koning van …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Kerstverhaal - Een spannend verhaal in Zweden

10 november 2020
Een boer komt op kerstavond terug uit de stad. Hij heeft kerstinkopen gedaan. Nog even en het is donker. Hij moet snel naar huis! Maar dan staat daar …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Kerstverhaal - Engeltje

10 november 2020
Een kerstverhaal over een meisje dat Engeltje heet en op school geplaagd wordt om haar naam. Ze loopt weg van school en dan…
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Geboren in een stal

10 november 2020
Hans woont met zijn opa in de alpenweide, boven op de berg. Hij komt nooit in het dorp. Totdat de meester hem komt halen om naar school te komen. Dan …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Geen plaats

10 november 2020
Een kerstverhaal over vooroordelen en vergeving. Rashid wordt gepest, omdat hij een Marokkaan is. Roel en Timo zullen hem eens een lesje leren, maar …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - God bestaat!

10 november 2020
Vitali woont in Siberië. Hij is in aanraking gekomen met iemand die hem uit de Bijbel verteld heeft. Dan maakt hij een angstig avontuur mee. Zou deze …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Het kerstfeest van Teuni

10 november 2020
Een kerstverhaal over een eenzame jongen die op zijn nieuwe school geplaagd wordt. Maar ook over de Heere Jezus hoort vertellen. Wat heeft dat …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Het volk dat in duisternis wandelt

10 november 2020
Een kerstverhaal over vervolgde christenen. Yin woont in een land waar geloven in Jezus verboden is. Toch vertellen haar ouders over Jezus. Maar dan …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Kerstverhaal - Ik droomde dat je vrij was

10 november 2020
Een kerstverhaal dat zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog. Esther en haar moeder zijn Joodse christenen. Ze zitten gevangen in kamp Westerbork. …
+
Ontwikkeld door

Kerstverhaal - Ik heb een machtig Heiland

10 november 2020
Een kerstverhaal van Frinsel over zelfopofferende liefde. Twee piloten storten neer en worden gered door een man die zijn leven voor hen over heeft.
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het plusje items toe aan je inspiratielijst. Al je favorieten in één lijstje overzichtelijk bij elkaar!