Een kerstverhaal over het liefhebben van je naaste. De moeder van Andrej helpt een arme, zieke vrouw door haar in huis te nemen. Andrej is er niet zo blij mee, maar op het kerstfeest leert hij wat echte barmhartigheid is.
Andrej: "Boos of barmhartig?"
Dik ingepakt lopen Andrej en zijn moeder over straat. Brr, wat is het koud! Ze gaan samen naar de winkel om wat boodschappen te doen. Veel geld hebben ze niet, maar gelukkig nog wel net genoeg om brood en rijst te kopen. Als ze bij de winkel komen, zien ze buiten bij de deur een oude vrouw zitten. Ze huilt. "Wat is er?", vraagt moeder medelijdend. “Ik wilde brood kopen, maar ik ben mijn geld verloren", huilt ze. "En mijn huis is zo koud!" Andrej kijkt moeder aan. Wat vreselijk voor die vrouw! Ja, zij zijn ook niet rijk, zeker niet nu vader gestorven is. Maar in hun huis is het wel warm. "Weet je wat?" zegt moeder tegen de vrouw. "Mijn zoon en ik gaan even boodschappen doen. Daarna mag u met ons mee naar huis." De vrouw kijkt moeder aan. "Echt? Meent u dat?" vraagt ze. "Jazeker!” knikt moeder, blij dat ze die arme vrouw kan helpen. Maar Andrej kijkt niet blij. Hij schrikt!
Wil moeder die vrouw meenemen? Daar heeft hij geen zin in. "Moeder!" zegt hij boos als ze de winkel binnengaan. "Hoe kunt u dat nou doen? We hebben net genoeg eten en u neemt die vrouw in huis. Bah! Ze stinkt ook nog! En waar moet ze slapen?" Moeder gaat niet op z'n gemopper in. "Wat leert de Heere Jezus ons?", vraagt ze. "Ik was hongerig en gij hebt Mij te eten gegeven." Andrej houdt z'n mond, maar hij is het er helemaal niet mee eens. Vlug doen ze de boodschappen. Andrej draagt de tas.
Moeder helpt de oude vrouw. Ze kan niet goed lopen en sjokt aan moeders arm mee. Thuis zetten de kleintjes grote ogen op. “Wie is die vrouw? En wat komt ze doen?” "Deze mevrouw komt een poosje bij ons wonen", vertelt moeder. "Zij heeft geen eten en haar huis is koud." De drie kleintjes knikken. Erzebet vraagt: "Waar moet zij dan slapen, mama?" "Ik had gedacht dat ze wel in het bed van Andrej kan. Andrej kan wel bij de kleintjes in het grote bed slapen." "Welja", denkt Andrej kwaad. "Geeft moeder mijn bed ook nog aan dat ouwe mens. Leuk hoor! Ik wou dat ze ophoepelde!"
De vrouw zit bibberend in een stoel. "U bent zo goed voor mij", zegt ze. Moeder gaat gauw soep koken. Daar zal de vrouw vast wat van opknappen. "Andrej, dek jij alvast de tafel?" vraagt ze. Andrej geeft geen antwoord maar doet wel wat moeder zegt al is het met een boos gezicht. Harder dan anders zet hij de borden op tafel. Onder het eten zegt hij niets. Moeder praat opgewekt met de kleintjes en de vrouw geniet van de warme soep. Meestal leest Andrej na het eten uit de Bijbel. Dat doet hij graag, want hij kan al goed lezen. Maar nu voelt hij wel dat het niet kan. Zijn hart zit vol boosheid. Dat past niet bij de Bijbel. Moeder leest over het sterven van de Heere Jezus aan het kruis van Golgotha. Na het lezen vraagt ze aan de vrouw: "Kent u de Heere Jezus?" De vrouw schudt haar hoofd. Nee, ze heeft nog nooit van Hem gehoord. Dan gaat moeder vertellen. Andrej voelt het: moeder hoort echt bij de Heere. Zij vertelt met zoveel blijheid hoe de Heere Jezus op aarde kwam om zondaren te redden. De vrouw luistert stil. "Dus daarom helpt u mij?" vraagt ze. Moeder knikt. "De Heere Jezus leert ons barmhartig te zijn.”
Hij pakt een boek dat hij van school heeft geleend. Maar hij leest geen letter. Dat komt omdat zijn hart nog steeds zo boos is. Die avond gaan ze allemaal vroeg naar bed, want morgen is het zondag en dan willen ze op tijd in de kerk zijn. Midden in de nacht wordt Andrej wakker geschud. Moeder staat bij het bed. "Andrej! Word eens wakker! De vrouw is niet goed geworden!" Andrej is opeens klaar wakker. "Ik ga gauw naar de dokter. Blijf jij even bij haar?" "Zal ik de dokter halen?" vraagt Andrej vlug. Hij heeft geen zin om bij de vrouw te blijven. Maar moeder heeft haar kleren al aan. "Nee, ik ga. Er is haast bij", zegt ze kort.
Andrej loopt naar z'n eigen kamer. Daar ligt de vrouw in zijn bed. Oei, wat ziet ze er vreemd uit. Heel blauw en benauwd. 't Is net of hij moeders stem weer hoort. "De Heere Jezus wil dat wij barmhartig zijn." En dan overwint Andrej zijn afkeer. Hij pakt de hand van de vrouw en vraagt: "Kan ik wat voor u doen?" "Water", fluistert de vrouw. Andrej gaat haastig naar de keuken om een beker water en laat de vrouw voorzichtig drinken.
Even later is de dokter er al. Andrej gaat naar de kamer. Hoe komt het toch dat die haat opeens weg is uit zijn hart? Hij voelt zich niet boos meer maar blij. Opeens vouwt hij zijn handen en bidt: "Heere, dank U dat U de boosheid hebt weggenomen. Wilt u al die zonden ook vergeven? Leer mij net zo barmhartig als moeder te zijn. Amen."
Dan komt moeder binnen met de dokter. "Zij heeft last van haar hart" vertelt de dokter. "Ik heb haar een spuitje gegeven. Zij moet volkomen rust hebben. Misschien komt zij er dan weer bovenop." Als de dokter weg is overleggen moeder en Andrej nog even. Ze zullen moeders matras naast het bed van de vrouw leggen. Dan kan moeder op haar letten. Morgen zal ze ook bij haar thuis blijven. Andrej moet maar met de kinderen naar de kerk. "Wat ben ik blij dat je me zo helpt, grote zoon", zegt moeder dankbaar. "Ben je niet meer boos op me?" Andrej krijgt een kleur. Dan vertelt hij hoe alles veranderd is. "Wat ben ik daar blij mee", zegt moeder en geeft Andrej een kus. "Slaap lekker, mijn jongen."
Als Andrej de volgende morgen uit de kerk komt, heeft moeder goed nieuws. De vrouw slaapt heerlijk en is niet meer zo benauwd. "Misschien wordt ze wel weer helemaal beter", zegt ze. Maar ook Andrej heeft goed nieuws. "De dominee zei dat wij allemaal hulp krijgen van mensen uit Nederland. We krijgen extra geld om eten en brandstof voor de kachel te kopen, zodat we goed de winter door kunnen komen. “Fijn hè? Zie je wel? De Heere zorgt!" roept moeder uit. "Nu hebben we die vrouw in huis genomen en er komt hulp. Is dat niet bijzonder, Andrej?" Andrej knikt ook. Dit is echt een wonder!