Bestraffen, corrigeren, disciplineren... hoe doe je dat zonder afbreuk te doen aan de relatie met je kind? Allereerst wat achtergrondinformatie over ongewenst gedrag.
ONGEWENST GEDRAG
Elk kind vertoont weleens gedrag dat we als ouders niet goedkeuren en stimuleren. Dat hebben ze van geen vreemde, wij doen het niet beter, maar kunnen onszelf inmiddels wel beter sturen en beheersen. We streven allemaal naar het beste, maar blijven mens met alle gebreken en tekortkomingen. Opvoeden is ook streven naar het beste. En dat begint bij jezelf als ouder.
Kinderen observeren heel nauwkeurig het gedrag van hun opvoeders. Wat doet mama als ze iets vervelends te horen krijgt? Zoekt ze troost bij een vriendin en heeft ze daarna weer positieve energie, of kan ze het niet kwijt en is ze drie dagen chagrijnig? En hoe gedraagt papa zich als hij thuiskomt? Neemt hij de rust om me lief te begroeten en samen te spelen, of zakt hij in een stoel achter de TV om daar de komende 2 uur niet achter vandaan te komen? Je kind leert van jou hoe het de dag door kan brengen. Als jij boos wordt en gaat schreeuwen als het niet gaat zoals jij wilt, kun je dit van je kind ook verwachten. Leef zoals je wilt dat je kind leeft! Voorleven dus.. dat als eerste.
Kinderen zijn ook gevoelig voor wat er in hun omgeving gebeurt. Staat er iets spannends te gebeuren, dan voelen ze dat feilloos aan. Een kind krijgt daar in zekere zin wat stress van en reageert net iets sneller geprikkeld dan ‘normaal’. Maar ook als er te weinig prikkels zijn - je kind verveelt zich - kan het door ongewenst gedrag aandacht vragen.
Kinderen van opvoeders die prompt op signalen van hun kind reageren, zijn gehoorzamer dan kinderen van wie hun ouders niet altijd op hen reageren. Voordat een kind ongehoorzaam is of ander ongewenst gedrag vertoont, heeft het kind vrijwel altijd op een positievere manier om tijd, aandacht of troost gevraagd. Maar als dit niet gegeven wordt, is de laatste reactie ongewenst gedrag. Wees dus gevoelig voor wat je kind van je vraagt. Stimuleer positief gedrag, neem tijd, geef aandacht, praat met je kind, benoem wat je fijn vindt en wees vooral het goede voorbeeld!
VEILIG THUIS
Ik gok dat als morgen het dak en de muren van je huis worden weggehaald, jij je thuis niet zo geborgen zou voelen als vandaag. Je voelt je vrij en blij tussen de muren. Zo kun je ook de basisregels zien die je hebt in huis. Ze geven een fijn kader voor je kind, waarbinnen het vrij kan spelen. Als die kaders er niet zijn, zal je kind ernaar op zoek gaan. Wat zijn jullie basisregels? Vaak zijn dat onbeschreven regels. Misschien ben je je niet eens bewust welke het zijn.
Neem eens – samen met je partner – 15 minuten de tijd om de 4 muren van jullie thuis vast te leggen jullie 4 basisregels die ervoor zorgen dat jullie huis een thuis blijft. Beschrijf ze positief (wat wil je wel).
LEERMOMENT
Geef je kind heldere instructies om de basisregels te begrijpen. Oefen deze basisregels (zorg ervoor dat het er niet teveel zijn) samen, op veel momenten en in veel verschillende situaties.
Wanneer je kind je regel toch overtreedt neem tijd en positieve energie om hier een leermoment van te maken. Wees duidelijk en vriendelijk.
- Stop de situatie (gebruik liever het woord ‘stop’ dan ‘nee’, dat is duidelijker en niet afwijzend)
- Neem je kind bij je en benoem wat niet goed gaat
- Benoem hoe het wel moet (geef altijd een alternatief!)
- Oefen samen (doe de situatie over, maar dan hoe het wel moet)
EXTREEM GEDRAG
Er zijn situaties waarbij je niet genoeg hebt aan het simpelweg stoppen van de situatie en weer vrolijk verdergaan. Je kind raakt overstuur. Op welk gebied dan ook. Let op dat je nooit de strijd aangaat. Het is helemaal niet de vraag wie het gezag heeft, dat staat buiten kijf, dat heb jij. Zie het gedrag van je kind niet als een strijd om wie de baas is, maar als een vraag waarop jouw antwoord wacht.
Als je kind erg hard schreeuwt of huilt of ander extreem gedrag vertoont, kun je dat zien als de fase waarin je kind onaanspreekbaar is. Het doel in deze fase is zelfbeheersing. Je helpt je kind weer controle te krijgen over zichzelf. Je kind voelt boosheid en angst. Vraag weinig tot niets, maar laat door je houding zien dat je er voor hem/haar bent. Blijf zelf altijd rustig, maar ook duidelijk. Praat weinig tot niet. Troost en bied rust. Net zolang tot er rust in de situatie komt. Je zult merken hoe goed het je doet, te zien dat je kind zichzelf overwint door troost aan jou te ontlenen.
De fase is aangebroken dat je kind weer aanspreekbaar is. Je kind is aan het bijkomen van zijn verdriet. Hij is nog teer en kwetsbaar. Geniet samen van de rust die is gekomen en maak een leermoment van deze situatie. Onderwijs in alle liefde volgens de 4 punten die boven aan deze pagina beschreven staan. Als je kind weer in opstand komt zal het snel weer overstuur raken als dat eerder is gebeurd. Begin weer opnieuw en opnieuw, net zolang tot je kind je onderwijzing accepteert.
Tenslotte breekt dan de fase aan waarop je kind je gehoorzaamheid laat zien. In deze fase zal je kind veranderen door een positieve draai aan het geheel te geven en zich aan jou te onderwerpen. Het is de fase waarin je winst haalt uit het leermoment. Geef vertrouwen dat de situatie de volgende keer in gehoorzaamheid zal gebeuren en als je een mogelijkheid hebt, oefen dan samen.
Leren of forceren?
Gehoorzaamheid kun je leren, niet afdwingen. Dwingen is je kind vrijheid/een keuze ontnemen. Dwingen kan wel gehoorzaamheid tot gevolg hebben, maar het komt alleen voort uit angst voor de ouder of de straf.
Leren is liefdevol de regels aanleren, blijven herhalen, steeds corrigeren en een alternatief bieden. Leren is dus verrijkend, het verbreed je inzicht, vergroot je kennis, verbetert je vaardigheden en leert gehoorzaamheid vanuit het hart. Het kost meer investering, maar levert ook meer op.