Moeder zijn betekent dag in dag uit keihard werken. Zowel fysiek als mentaal. En het liefst doen we alles zo goed mogelijk. Je. Kan. Niet. Voor. Iedereen. En. Alles. Altijd. Goed. Doen. Dat gáat gewoon niet. Al probeer je alle ballen in de lucht te houden, er zijn ook dagen dat alles minder op ‘rolletjes’ loopt. En verwachten we dit van onze kinderen ook? We hebben er last van als onze kinderen voor ons gevoel een hele dag aan het kibbelen zijn. En als er bij de warme maaltijd voor de zoveelste keer gemopperd wordt over groente in de pasta die er allemaal uitgevist moet worden. Als een van je kinderen ’s avonds ook nog niet naar bed wil omdat hij beweert dat andere kinderen veel later mogen naar bed mogen als hem, dan is de maat even vol. ‘En nu is het klaar voor vandaag.’ Je kind denkt: ‘Klaar voor vandaag, wat heb ík allemaal verkeerd gedaan?’ Als je ’s avonds met een bak koffie op de bank zit denk je terug. Weer een dag die voorbij gevlogen is. En wat blijft er over? Schuldgevoelens?
Zelfevaluatie
Schuldgevoelens zorgen er voor dat je nadenkt over wat je gedaan hebt, of je het beter had kunnen doen en hoe je dit de volgende keer mogelijk anders kan aanpakken. Schuldgevoelens worden gestuurd door gedachten, beelden, idealen, woorden van anderen, of door je eigen geweten dat spreekt. Volgens onderzoekers kan je hier zelfs ongeveer twee uur per dag last van hebben. Niet verwonderlijk dat wij als moeder deze gevoelens erkennen. ‘Doe ik het wel goed?’ ‘Ik ben vast niet lief en zorgzaam genoeg.’ ‘Wat had ik deze dag anders kunnen doen?’ Als je hier teveel over nadenkt kan dit bakken veel energie kosten en je negatief beïnvloeden. Het is belangrijk om je hier bewust van te zijn. Anders kan je doorschieten en zelfs het ‘ik-ben-nooit-goed-genoeg-syndroom’ ontwikkelen.
Leven na de zondenval
Verlangen we soms teveel terug naar de schepping en het paradijsleven? Lees het maar op de eerste bladzijden van Gods Woord. En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed (Gen. 1:31). In het paradijs was alles perfect, zonder zonde. Daar hadden kinderen geen ruzie gemaakt. Zouden wij als ouders geen te kort lontje hebben en weer eens te vaak uitgevallen zijn richting onze kinderen. Alles was harmonieus. Alleen door de zondenval leven we nu buiten het paradijs en worden wij als moeders steeds geconfronteerd met allerlei zondige gedachten en uitingen. Zeggen we dit eerlijk richting onze kinderen? Zeggen we 'sorry, ik had dit niet mogen zeggen'? Vragen we ’s avonds bij het naar bed gaan om vergeving: ‘Heere, het liep vandaag niet zoals het goed was, maar wilt u mijn zonden vergeven?’ Het is zo’n groot voorrecht als je ervaart dat je je voor de Heere niet groot hoeft te houden en dat je voor de Heere en je kind mag belijden wie je bent geweest.
Zelfonderzoek
Tijdens het plechtige moment van de doop hebben wij als ouders ons ‘ja-woord’ uitgesproken om onze kinderen te onderwijzen. Wat kan deze belofte een gevoelens van schuld en onmacht geven. Wat is het belangrijk om regelmatig aan zelfonderzoek te doen. Hebben we de zonden van onze kinderen voldoende bestraft? Hebben we dit met liefde en bewogenheid gedaan? Konden ze ons hart voelen kloppen van liefde voor het behoud van hun ziel? Onze kinderen leven niet op deze aarde voor deze aarde, maar zijn op doorreis. Op doorreis naar de eeuwigheid. En hoe zal het dan op de oordeelsdag zijn? Zullen we allemaal aan de ene kant staan, of zullen er ook aan de andere kant staan? Zullen onze kinderen straks moeten zeggen: ‘Mama, waarom heeft u ons niet méér onderwezen?’ En het dan nooit meer ‘over te kunnen doen’. Wat een ontzaggelijke wetenschap. Laat dit je maar steeds op de knieën brengen: ‘Heere, bezet mij met het eeuwige zieleheil van mijn kinderen.’
Oprecht verlangen
Brengen we onze kinderen voor Gods troon? Met het gebed dat Hij onze kinderen wil bekeren en doen wandelen op de smalle weg, die tot het eeuwige leven leidt? En als zij Hem al mogen kennen, dat ze mogen opwassen in de kennis en de genade van Christus? Zo mogen wij aan de Heere onze oprechte begeerten neerleggen. Ook al voelen we ons daarin vaak zo tekort schieten. David wijst ons de weg van gevouwen handen: ‘Denk aan ’t vaderlijk meedogen, Heer’, waarop ik biddend pleit, milde handen, vriend’lijk ogen, zijn bij U van eeuwigheid.’ (Psalm 25:3 berijmd).
Als moeder schiet ik tekort. Helaas. Dat kan niet anders. We leven buiten het paradijs. Maar daarom hebben we Hem steeds nodig. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid (1 Joh. 1:9). Zie op Zijn bloed! Kennen wij het uitzien om in ons moederschap Christus' lijden en sterven meer gelijkvormig te mogen worden? Mogen we zo óók onze schuldgevoelens kwijtraken aan Zijn Middelaarsvoeten? Dat plekje aan zijn voeten gun ik jou van harte. Elke dag opnieuw.
Dit blogartikel werd geschreven door Abigaïl