Een poosje geleden hoorde ik de buurvrouw scheldend door haar huis gaan. "Ja hoor, gooi die sokken maar op de grond, ik ruim ze wel weer op. Iedereen smijt z'n rommel maar neer. Er is toch een sloofje in huis die alles weer opruimt. Toe maar!" (Het ging nog even door in allerlei toonaarden, maar dat zal ik niet herhalen). Voelen we ons niet af en toe allemaal een beetje zo? En wat is het nu eigenlijk dat moeder zijn de moeite waard maakt?
Snottebellen schoonmaken, vuile sokken van de vloer rapen, 's nachts struikelen over slingerend speelgoed, wc's schoonmaken, een kwartier later weer een wc schoonmaken omdat iemand er naast heeft geplast, strijken, even later een stapel strak gestreken was op de grond vinden, snottebellen afvegen, ruzietjes sussen, vuile sokken oprapen....
Soms lijkt moeder zijn een ondankbare taak. Je geniet dan ook van de dagen dat je werkt. Er wordt even geen beroep op je gedaan door iemand de NU zijn moeder nodig heeft. Als je niet werkt verlang je dáár wel eens naar terug. Gewoon een dag jezelf zijn, in plaats van mama.
Wat zou je veel kunnen betekenen als je de zorg voor de kinderen niet had! Regelmatig wordt er gevraagd of er mensen zijn die kunnen helpen bij vrijwilligerswerk onder vluchtelingen, in het verzorgingshuis, in de kerk. Maar ja, hoe doe je dat met kleintjes thuis en een huishouden dat gedaan moet worden? Het geeft je het gevoel van nutteloos zijn. Je ziet en je hoort dat er nood is om je heen, maar wat kan je weinig betekenen, als je zorg draagt voor je eigen kinderen!
Maar staat dat in de Bijbel? Moeders zijn nutteloos in het koninkrijk van God?
Dit is wat er staat:
Toen de Heere het volk van Israël uit Egypte riep:
Alleenlijk wacht u, en bewaart uw ziel wel, dat gij niet vergeet de dingen, die uw ogen gezien hebben; en dat zij niet van uw hart wijken, al de dagen uws levens; en gij zult ze aan uw kinderen en uw kindskinderen bekend maken.
- Deut. 4:9 -
U moet ze (Gods geboden) uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.
- Deut. 6:7 -
Hoewel het volk van Israël de Heere steeds weer teleurstelde, bleef Zijn plan met hen hetzelfde:
Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen; en zij zullen Uw mogendheden verkondigen.
- Psalm 145:4 -
De Heere gaf een bijzondere belofte door de profeet Jesaja aan Zijn volk:
Al uw kinderen zullen door de HEERE onderwezen zijn, en de vrede van uw kinderen zal groot zijn
- Jesaja 54:13 -
En:
Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen
- Jesaja 44:3 -
De Heere noemt onze kinderen een bijzonder geschenk:
Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning
- Psalm 127:3 -
Paulus noemt het een voorrecht dat Timotheüs is opgegroeid bij Gods Woord:
Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wie gij het geleerd hebt; En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
- 2 Tim. 3:14, 15 -
De tijd die wij besteden aan het opvoeden van onze kinderen bij de Bijbel is niet nutteloos voor het koninkrijk van God, maar juist een belangrijk onderdeel ervan.
Sommige mensen worden geroepen om God te dienen in de wereld, met vrijwilligerswerk, met helpen en zorgen voor anderen, in evangelisatie of zendingswerk.
Wij, moeders, worden geroepen om kinderen groot te brengen voor de Heere. Met het gebed of ze in de toekomst mogen dienen in Zijn Koninkrijk!
Vraag jij je ook wel eens af wat de waarde van je dag is, als je "alleen maar met de kinderen bezig bent geweest"? Heb jij ook wel eens het gevoel dat je eigen leven op "pauze" staat nu je kleine kinderen hebt?
Onze kinderen zijn ons leven, onze opdracht. Onze kinderen zijn Góds kinderen. We hebben hen slechts te leen.
In Ezechiël 16 zegt de Heere tegen het volk, dat zelfs zo ver gegaan is dat het kinderoffers bracht aan de afgod Moloch:
Verder hebt gij uw zonen en uw dochters, die gij Mij gebaard had, genomen, en hebt ze dezelven geofferd om te verteren. (Ez. 16: 20) In het volgende vers noemt de Heere hen "Mijn kinderen".
Kijken we zo naar onze kinderen? Als kinderen die van de Heere Zelf zijn? Die wij mogen liefhebben, koesteren, onderwijzen, opvoeden?
Dan wordt elke dag van snottebellen afvegen, sokken oprapen en ruzietjes oplossen van grote waarde.
Om mezelf daar steeds weer aan te herinneren maakt ik 8 miniposters met bovenstaande bijbelteksten. Voor in mijn Bijbel, op het prikbord, boven de strijkplank of in een fotolijstje op het aanrecht.
Wil jij ze ook? Vul hieronder even je gegevens in, dan krijg je ze toegestuurd.