Wie het ouderlijk huis verlaat, komt vaak ook minder in de kerk. Maar zo gauw iemand zelf een gezin sticht, verschijnt diegene plotseling weer, een stuk serieuzer qua geloof. Waarom zijn ouders ‘geloviger’?
Onderzoek bevestigt: mensen worden kerkelijker door kinderen
Het zal elke kerkganger wel eens zijn opgevallen: wie het ouderlijk huis verlaat, komt vaak ook minder in de kerk. Maar zo gauw iemand zelf een gezin sticht, verschijnt diegene plotseling weer, een stuk serieuzer qua geloof.
Deze intuïtie is inmiddels bevestigd door een overtuigend onderzoek (lees hier en hier meer). Hierin wordt zelfs geclaimd dat kinderen krijgen dé factor is waarom mensen kerkelijk worden. De belangrijkste reden dat de kerk in het Westen krimpt is dat er minder ouders zijn. Niet alleen vullen hun kinderen de kerkbanken, zij zelf ook.
Het onderzoek gaat er zelf minder op in, maar waarom is dit zo? Waarom zijn ouders ‘geloviger’? En ligt hier een clou om de kerken weer vol te krijgen?
1. Een geboorte voelt als een wonder
Het is mij opgevallen dat ook niet-gelovige mensen een baby al snel ‘een wondertje’ of iets dergelijks noemen. Een geboorte is voor mensen een van de meest mysterieuze en ontzagwekkende ervaringen. Intuïtief linken mensen dat al snel aan God.
2. Een zwangerschap en bevalling doen bidden
Er is weinig waar we als mensen zo graag invloed op wíllen hebben, maar dat toch niet hebben. Een zwangerschap en een bevalling doen haast automatisch bidden, is mij opgevallen. Dat is een natuurlijke neiging van mensen, ook wie zich niet gelovig voelen, bij grote onzekerheden. En deze gebeden worden ook meestal verhoord: na de eerste cruciale weken verlopen 97 % van de zwangerschappen goed.
3. Een ouder-kind relatie vertelt veel over God
Ik heb veel ouders horen zeggen dat ze, door voor een kind te moeten zorgen, zich beter kunnen ‘inleven’ in God. Ook God heeft te dealen met wezentjes waarvan hij intens houdt, maar die bepaald niet altijd doen wat hij wil, en hij kan of wil ze daartoe ook niet dwingen.
4. Je wilt een kind iets moois vertellen
Het voelt heel ongemakkelijk om tegen een kind te zeggen dat zijn of haar leven uiteindelijk zinloos is. Veel ouders voelen daardoor een natuurlijke drang om verhalen te vertellen waardoor het kind zich geliefd weet. Misschien twijfelen ze er zelf over, maar ze voelen wel hoezeer die verhalen nodig zijn.
5. Regels voor een kind kunnen niet relatief zijn
Elk kind vraagt op een dag door: maar waarom mag ik dit/dat wel/niet? Een niet-gelovige zal als laatste antwoord na vele waaroms hebben: omdat de regering dat verbiedt, of: omdat we als mensen dat het prettigste vinden. Een beetje kind zal dan doorvragen: maar waarom dan...? En als niet-gelovige ouder sta je dan met je mond vol tanden. Als ouders merk je dat een samenleving absolute waarden nodig heeft om te kunnen functioneren – je eigen kind heeft die al nodig. Dergelijke absolute waarden passen het meest logisch bij geloof.
6. Ouders ervaren meer zin
Ik heb ouders regelmatig horen vertellen dat ze hun leven pas als zinvol begonnen te ervaren, toen ze kinderen kregen. Een kind ‘dwingt’ als het ware tot een focus. Een baan kun je nog nutteloos vinden, maar een kind opvoeden onmogelijk.
7. Ouders imiteren hun (gelovige) ouders
Bij het opvoeden imiteer je de mensen die je het meest zelf hebt zien opvoeden: je eigen ouders. En die zijn vaak gelovig in Westerse land. Dus voelt het heel natuurlijk om weer te gaan bidden aan tafel, enzovoorts.
Auteur: Reinier Sonneveld