“Catechisatie is saai! Ik ga nooit meer!” Tienerzoon komt thuis en ondersteunt zijn boodschap met diverse scheldwoorden. “Pardon?! Van zulke taal ben ik hier niet gediend en reken maar dat jij de volgende keer naar cat gaat,” klinkt het vanaf de bank. Waarop zoonlief in één rechte lijn naar zijn kamer driest en de deur met een knal achter zich dichtgooit.
Als ik verhalen van andere ouders mag geloven, kunnen zulke taferelen over een paar jaar ook in ons huis plaatsvinden. En ik zou ook zomaar zo ‘onhandig’ kunnen reageren. Ik hoop dat ik, wanneer de stoom uit de oren van mijn puber komt, het geduld vind om echt te luisteren. Het geven van mijn mening of advies levert waarschijnlijk alleen maar onbegrip, afstand en discussie op. Mijn puber weet heus wel dat ik niet van zulke taal ben gediend.
Wat ik zou proberen te doen is later die week op een relaxed moment eens voorzichtig te polsen, hoe hij er nu in staat. Er is een kans dat er bijna niets meer aan de hand is. Mocht hij nog steeds een probleem hebben met catechisatie, dan zou ik kijken hoe we samen een oplossing kunnen vinden. Ik zou proberen uit te leggen hoeveel de catechese, kerkgang en het geloof mij waard is en niet zomaar toegeven aan zijn wens om niet meer te gaan.
Aan de andere kant wil ik in het oog houden wat het effect van is van mijn dwang op zijn geloofsontwikkeling. Er komt een punt dat het vanuit hemzelf moet gaan komen. Wat zegt het over het over mijn vertrouwen in de het werk van de Heilige Geest wanneer ik koste wat het kost de machtsstrijd wil winnen? Ik hoop dat ik dankbaar gebruik kan maken van de spiegel die me wordt voorgehouden: hoe zit het nu eigenlijk met mijn vertrouwen in God?
Tekst: Kasper van Helden