Dat gevoel van verbondenheid kan ik me nog goed herinneren. Bidden voor het eten deed ieder voor zich in stilte. Je wist precies hoe lang iedereen bad en als de laatste ook de ogen weer open deed, klonk het eensgezind: “Eet smakelijk.” Maar als er bezoek was of als er bijzondere omstandigheden waren, dan ging mijn vader hardop voor in gebed en dat gaf bij mij een diep gevoel van verbondenheid. Als kind blikte ik dan even in de ziel van m’n vader. Waar bidt hij voor? Wat vindt hij belangrijk? Hoe spreekt hij met de Heere?
Sommige zinnen blijven je je hele leven bij, zoals het gebed om ons leven te mogen stellen in Zijn dienst, „die een liefdedienst is die nog nooit iemand heeft verdroten”.
Laatst was dat gevoel van verbondenheid er ook weer, maar toen juist omdat hij niet hardop voorging in gebed. Wat was het geval? Ik was een keer alleen bij m’n ouders en at daar ’s avonds mee. Nu de herkenning bij m’n vader door de voortgaande dementie steeds minder wordt, ziet hij ook zijn kinderen wel eens als vreemden aan. Het gevolg is dat hij dan aan tafel hardop voorgaat in gebed. Maar deze keer was ik geen vreemde, want hij liet ieder voor zich bidden. In alle stilte kon ik daarvoor danken.
Margreet van den Berg-van Brenk