“Toen mijn oudste zoon vijf jaar werd, kwam alles terug.” Bart Jansen* kon jarenlang de pijn die hij als kind ervoer uit zijn gedachten wegduwen. Tot hij als vader zelf een kind in de ogen keek en besefte dat hij niet wilde worden als zijn vader. Een periode van depressie volgde. Hij ging door de pijn heen en kwam er sterker uit.
“Mijn ouders scheidden toen ik vijf jaar oud was,” herinnert Bart zich. “Ik was de oudste van vijf, dus in de daarvoor liggende jaren kregen we elk jaar gezinsuitbreiding. Toen de jongste ongeveer negen maanden oud was, ging mijn moeder er een paar weken tussenuit. Men verdeelde de kinderen onder familieleden. Ik verbleef bij mijn opa van vaders kant. De rest ging naar ooms en tantes. Na deze periode besloot mijn moeder echter om niet terug te keren naar mijn vader.” Vervolgens wordt Bart een speelbal tussen zijn vader en moeder. “Mijn vader hield mij thuis van school, omdat mijn moeder dreigde om mij uit school mee te nemen. In mijn beleving duurde dit enkele maanden, in werkelijkheid was het een periode van twee weken. Toen nam een kennis van mijn moeder mij mee naar opa en oma, waar zij verbleef. Mijn broertje en ik huilden soms ‘s avonds. We wilden naar onze vader toe. Je wist wat voor vreselijke man hij kon zijn, maar toch was er iets wat bleef aantrekken.”
Mishandeling
Barts vader was met regelmaat een man van harde woorden en geweld. “Bij ons thuis lag vroeger een keukenzeil op tafel. Na het eten werd dit zeil om een lange stok gerold. Ik herinner me dat mijn vader eens met deze houten stok achter mijn moeder aanging. Zelfs de Bijbel gebruikte hij eens om naar haar toe te gooien. Er werd geschreeuwd, soms renden ze achter elkaar aan door de kamer. Zo herinner ik me dat mijn moeder eens overstuur naar boven ging. Wij wilden haar troosten, maar van vader mocht dat niet. Toch glipten we langs hem heen en troostten haar.” De afstand die door de scheiding ontstond bracht een zekere ‘rust’ in het gezin dat de meeste tijd bij moeder doorbracht. “Om de week gingen we naar mijn vader. Vrijdagmiddag erheen, zaterdagmiddag weer thuis. Deze omgangsregeling duurde tot mijn twaalfde. Toen mocht ik kiezen of ik bij mijn vader of moeder wilde wonen. Die keuze was snel gemaakt. We werden nadien een keer per jaar opgehaald voor een uitje met mijn vader, tot ook dit stopte.”
Verdrongen
Het verleden werd voor Bart een werkelijkheid die hij liever verdrong. Hij wilde er niet te veel bij stilstaan en een eigen leven opbouwen. Dit leek te lukken. Toch kwam geregeld de herinnering aan zijn vader terug. “Rond m’n twintigste dacht ik dat het boek dicht was. Ik leerde mijn vrouw kennen en dacht dat alles nu goed zou gaan. Totdat mijn zoon vijf jaar werd, toen kwam alles terug. Er kwamen flashbacks van allerlei dingen die jaren geleden gebeurden. Ik kon mijn hoofd niet meer bij mijn werk houden.” De herinneringen drongen zich onstuitbaar aan Bart op. “Als zelfstandig ondernemer deed ik op dat moment een klus waarbij ik, een half jaar lang, van maandag tot vrijdag van huis was. Mijn opdrachtgever verloor zelf jaren daarvoor een kind. Hij wist hoe dingen je aan kunnen grijpen. Toen hij iets van mijn verhaal hoorde, zei hij: ‘Ik ben een jongen verloren. Een psycholoog heeft geholpen om hiermee om te gaan’. Op zijn advies zocht ik daarna een psycholoog op. Overigens iemand die niet gelovig was. Ik wilde niet behandeld worden met Bijbelteksten. Bij het eerste gesprek maakte zij mij duidelijk dat ik aan PTSS (Posttraumatische stressstoornis) leed. In de periode die volgde kreeg ik een EMDR-behandeling (Eye Movement Desensitization and Reprocessing, red.).”
Depressief
Ook het gezin onderging de gevolgen van de Barts jeugd. Zijn vrouw Dianne zag hem geregeld ondergaan in depressieve gevoelens: Hij had nergens meer zin in. “Geregeld vroegen mensen aan mij: ‘Wat is er toch met Bart?’ Dan zat hij stil in de hoek van de bank of zei tijdens een verjaardag bijna niets. Kerkgang en bezoek werden moeilijk.” De depressieve klachten werden heftiger. Bart herinnert zich dat de periodes van negatieve gevoelens langer werden en de tussenpozen korter. “Vaak kwam ik in het weekend weer bij. In de periode dat ik voor een half jaar de hele week in de kost zat vanwege mijn werk, merkte ik dat het niet meer overging. Ik kreeg geregeld agressieaanvallen en was moeilijk tot rede te brengen.”
Boos
De behandelaar ging met Bart de confrontatie aan met zijn verleden. “Ze vroeg mij hoe ik over mijn vader dacht. Ik zei eerst: ‘teleurgesteld’. Ze zei toen echter tegen mij: ‘Je bent niet teleurgesteld, je bent boos op je vader’. Toen kwam de boosheid eruit. Tijdens de EMDR-behandeling heb ik de gevoelens ervaren die met de herinneringen meekwamen. Ik voelde een onbeschrijfelijke haat naar mijn vader toe. Dit was voor mij erg verwarrend. Hoe kan ik mijn vader haten, van wie in de Bijbel staat dat ik hem moet eren?” Het was niet eenvoudig voor Bart om te onderscheiden wat nu zijn werkelijke herinneringen waren, of wat erachter schuilging. Vandaar dat hij zijn zusjes vroeg om los van elkaar op te schrijven wat zij zich herinnerden over vroeger. Toen bleek er nog veel meer boven te komen dan hij wist. Veel verdrong hij. “Eens zaten we te eten. Ik had geknoeid. Als straf moest ik van mijn vader al mijn kleren uittrekken. Dat vonden mijn zusjes zo vernederend voor mij. Ze noemden het voorbeeld beiden in hun brief. Heel vaag kwam de herinnering daaraan toen weer boven.”
Contact
Overigens wist Bart reeds dat zijn vader het verleden niet terug wilde halen. “Rond mijn twintigste, toen ik hem jarenlang niet meer bezocht, reed ik vanuit mijn werk naar zijn huis. Als ik iets bedenk, dan doe ik het soms gelijk. Zo ook nu. Ik vroeg hem zijn excuus te maken. Hij wilde dit in eerste instantie niet doen: ‘Ik heb nergens een excuus voor aan te bieden’. De volgende dag belde hij echter naar mijn werk. Toen bood hij excuses aan voor wat hij eventueel fout deed in het verleden. De deur van ons contact stond toen weer op een kleine kier. Samen met de anderen gingen we er daarna heen. Hij was inmiddels weer getrouwd en had een dochter. Bij onze bruiloft nodigden we hem echter niet uit. De predikant die ons trouwde was van mening dat we contact op moesten nemen en het goedmaken. Ook mijn moeder zei dat we hem uit mochten nodigen, als we daar behoefte aan hadden. Ik wilde dit echter niet. Later kwam hij echter wel op kraambezoek bij de geboorte van onze kinderen.”
Breuk
De herinneringen die recent bovenkwamen bij de gesprekken met de psycholoog werden bevestigd door de brieven die zijn zusjes schreven. Als een vloedgolf kwam het verleden over Bart heen. Dat maakte het afstandelijke contact dat hij met zijn vader weer opbouwde moeilijker. Bart kon niet langer om de doofpot heenlopen. Het moest eruit, om het leven weer aan te kunnen. “Ik heb mijn vader geconfronteerd met de dingen die hij mij en mijn moeder aandeed. Hij moest mij altijd hebben. Nu ontkende hij echter alles. Dat deed voor mij de deur dicht. Als ik vandaag over hem spreek, noem ik hem vader. In werkelijkheid kan ik hem echter niet meer dichtbij verdragen. Ik wil het risico niet lopen om nogmaals gekwetst te worden.”
Herhaling
Zelf wil Bart een goede vader voor zijn kinderen zijn. Daarbij speelt de herinnering aan het verleden geregeld op. “Bij het krijgen van eigen kinderen was ik bang net zo te worden als mijn eigen vader. Mijn psycholoog zei echter tegen mij: ‘Als je zo was als hij, dan zat je hier niet’. Dit heeft ze vele keren moeten herhalen voor het tot mij doordrong. Wel merk ik dat ik het moeilijk vind om mijn kinderen streng aan te pakken.” Soms grijpt het verleden Bart naar de keel, omdat omstandigheden daar aanleiding toe geven. “Eens werd een vriend van ons boos op onze zoon omdat hij niesde zonder een hand voor de mond. Ik kon daar niet mee omgaan en ging naar boven om rustig te worden. Dan borrel ik van woede. Ik ben na een minuut weer naar beneden gegaan en zei rustig tegen hem: ‘Ik wil niet dat je tegen mijn kinderen schreeuwt’. Dit begreep hij niet en hij stapte op. Later praatten we dit samen uit. Nu zet hij geregeld de rem op groepsgesprekken over scheidingen en misbruik. Hij begrijpt mij nu beter.” Bart herinnert zich dat hij tijdens de behandelperiode eens achter zijn computer thuis zat te werken. “Ik stond op en schopte daarbij per ongeluk tegen een knutselwerkje van een van de kinderen. Dat ging als een zwaard door mijn ziel. Geestelijke en lichamelijke mishandeling uit het verleden kwamen op onverwachte momenten ineens boven.”
Sterk
Psychologische hulp staat niet hoog aangeschreven bij jongens die van aanpakken houden. Zielenknijpers zijn voor watjes. Ook Bart dacht vroeger niet positief over dit soort hulp. Toch is dat nu verandert. “Iemand zei eens tegen me: ‘Je moet het je allemaal niet zo aantrekken.’ Een ander zei: ‘Ga toch gewoon aan het werk, dan vergeet je het allemaal vanzelf.’ Dat zijn dus waardeloze adviezen. Ik heb het geprobeerd, maar ik kwam er niet uit. Inmiddels weet ik uit ervaring dat je juist sterk bent en er sterker van wordt als je hulp zoekt. Je gaat de dingen niet langer uit de weg, maar er doorheen.”
Ouders eren
Catechismuspreken over het eren van vader en moeder vallen niet altijd mee voor Bart. “Veelal weet zo’n dominee absoluut niet waar hij het over heeft. Voor mij werkte het averechts toen ik probeerde mijn vader te eren, zonder eerst te spreken over wat er gebeurde in het verleden.” Zijn vrouw Dianne vult aan: “Bij ons las een ouderling eens een preek over het vijfde gebod. Maandag belde hij op en zei: ‘Bart zal het wel een moeilijke preek hebben gevonden.’ Dat vond ik heel aardig van hem.”
Auteur: A.S. Middelkoop