Zomervakantie... dat is: lekker tijd hebben om wat extra klussen te doen waar je anders niet aan toe komt. Foto’s inplakken, de ramen van de bovenverdieping zemen, een kast opruimen, iets verven. En lekker wat meer tijd om te lezen. Maar op één of andere manier kom ik daar steeds toch niet aan toe. Dat geeft een onbevredigend gevoel.
En eigenlijk besefte ik de afgelopen herfstvakantie ineens hoe dat kwam. Ik was bijna uitgerekend van onze vierde en te moe om veel te doen. Alles was klaar voor de baby, ik had geen afspraken meer staan, ik hoefde alleen te zorgen dat alles een beetje netjes bleef voor het geval de bevalling zou beginnen. Dat bleek de ideale vorm van vakantie houden. Ik had geen programma in mijn hoofd. Dus ik kon steeds ter plekke beslissen of ik een spelletje zou doen, voor zou lezen of toch even een huishoudelijke klus doen, zonder dat ik me onvoldaan voelde. Ik was moe, maar het was wel erg relaxed!
Zo ontdekte ik dat er -in mijn geval- een aantal ideeën moest sneuvelen om een relaxte vakantie te hebben. Ik noem er drie, maar er zijn er vast meer te bedenken.
Het eerste was het idee dat je in de zomervakantie lekker de tijd hebt voor wat extra klussen. Van die dingen waar je in de loop van het jaar niet aan toe komt. Ik wilde in de vakantie dus én extra tijd aan de kinderen geven én het gewone huishoudelijk werk doen én de extra dingen die ik in m’n hoofd had. Ik was daarin niet heel streng voor mezelf -als het niet lukte was het ook goed-, maar het gaf toch wel een onvoldaan gevoel als ik er niet aan toe kwam. Of als ik net lekker bezig was en moest stoppen om een ruzie tussen de kinderen te beslechten. De afgelopen herfstvakantie leerde mij dat het veel relaxter is om geen extra plannen te hebben.
Het volgende idee is van een heel andere orde, namelijk dat je de boel een beetje netjes wilt houden als je net schoongemaakt hebt. Echt, als je dat loslaat, scheelt het zoveel stress. Kinderen hebben er vaak gewoon geen erg in dat ze zand naar binnen lopen. En of je nu oplet of niet, als er de hele dag een stuk of wat kinderen in- en uitlopen houd je het sowieso niet netjes. Het geeft alleen maar veel gemopper en veel werk. Het is veel lekkerder om de rommel te negeren en gewoon op een goed gekozen moment -voor de zondag, als je visite krijgt- even te zuigen.
Als derde noem ik dat mijn kinderen mij soms in de rol van entertainer willen duwen.
Ze willen graag leuke dingen doen en ze houden mij verantwoordelijk als ze zich vervelen. Daar probeer ik niet meer in te trappen.
‘Mama, ik verveel me!’ ‘Vervelend voor je’. ‘Jij moet iets voor mij bedenken om te doen’. ‘Nee hoor, het is jouw leven. Je moet zelf maar kiezen of je liever op een stoel zit te mopperen of dat je iets gaat bedenken om te doen.’ Niet dat ik te beroerd ben om iets voor ze te verzinnen, maar in zo’n stemming vinden ze toch alles dom wat ik aandraag. Wel maak ik voor de schoolvakanties een lijstje met kleine dingetjes die we anders niet doen. Bijvoorbeeld: naar de speeltuin of bibliotheek gaan één dorp verder, rond koffietijd het drinken meenemen en twee kilometer bij ons huis vandaan opdrinken op een kleedje in de berm, samen de tuinstoelen afsoppen, zegeltjes plakken. Maar dat is niet om hun verveling op te lossen, maar om de vakantie net wat extra te geven.
Een relaxte vakantie, dat zit niet alleen in de omstandigheden, maar ook in je eigen gedachten over hoe dingen zouden moeten (zijn). Een gedachte (het huis moet er netjes uit zien) leidt tot een gevoel (ik voel me vervelend, want het is een rommel). Als je die gedachten weet bij te stellen (het is niet erg als er zand ligt), dan heb je ook het nare gevoel niet (er ligt zand… nou en).
En de dingen die ik zelf in m’n hoofd had om te doen? Die plan ik voor de eerste schoolweek, als de rust thuis is weergekeerd.
Aline Hoogenboom-Versluis