“Ik wil juist meer CO2. Ik heb het koud.”
Het is ’s morgens vroeg en koud. Achter op m’n fiets zit een jongen te rillen. Z’n dikke winterjas, sjaal, handschoenen en muts kunnen dat niet verhinderen. De alledaagse kletspraatjes blijven achterwege. Hij is bezig met zichzelf en heeft geen oog voor dingen of mensen om hem heen. Dan verbreekt hij de stilte. Met overtuiging zegt hij: “Ik wil juist meer CO2. Ik heb het koud.”
Het jeugdjournaal heeft een wereld thema zijn leven binnen gebracht: de opwarming van de aarde door de CO2-uitstoot. Hij zag belangrijke mensen die met elkaar afspraken moesten maken om de uitstoot tegen te gaan. En nu zit hij hier kou te lijden. Als de gewone middelen als jas, handschoenen en dergelijke niet meer helpen, moet je verder zoeken. En zie daar, zijn wens voor een hogere uitstoot en daardoor een warmere aarde.
Ik trap rustig verder en overdenk z’n wens nog eens. Het egoïsme druipt ervan af. ‘Ik heb een probleem en dat moet opgelost worden. Aan de consequenties die dit voor alles en iedereen om me heen heeft, denk ik niet. Als IK maar warm word’. God en medemens zijn buiten beeld.
Ik hoef me niet te verbazen over het egoïsme van m’n kind. Hij is zo geboren, omdat ik zo ben. Als mijn kind het maar goed heeft in de klas, als mijn kind maar genoeg aandacht krijgt tijdens de zwemles, als het in ons gezin maar goed gaat, als ik maar gezond ben, als ik maar plezier heb in m’n werk. Egoïsme, het is een zonde.
Op een ander moment, als we lekker samen bij de verwarming zitten, zal ik deze jonge koukleum op de Heere God en op de medemens wijzen. Nu bevestig ik hem alleen in zijn gevoel. “Ja, jij hebt echt last van de kou, hè! Hopelijk is het op school lekker warm.”
Tekst: Margreet van den Berg