Ik hoorde mezelf praten tegen mn zoontje van drie: Kom van de tafel af. Kom nu van de tafel af. En nu is het echt afgelopen! Ga jij maar eens op de trap zitten. Lach je me uit? Ga dan maar naar je kamer. Je hoopt dan even later een berouwvol kind te vinden. Niets was minder waar. Hij was zijn lego uit het raam aan het gooien. Op dat moment dacht ik: dit moet anders.
Heleen de Hertog is inmiddels moeder van vier kinderen (9, 6, 4 en 0 jaar), maar dit soort taferelen zijn in het gezin verleden tijd. „Toen we één kind hadden, attendeerde iemand mij op het boek 'How to talk so kids will listen and listen so kids will talk'. Ik werd gefascineerd door die titel. Hoe kun je zo met kinderen communiceren dat ze luisteren en zo luisteren dat ze praten? Nadat ik het Amerikaanse boek had gelezen, verdween het in de boekenkast, maar het kwam er na die bewuste situatie weer uit.
De vraag voor mij was: Waarom weten niet alle mensen dit? Dit zou echt iedere ouder helpen in de opvoeding. Heleen legde contact met de auteurs en verzorgde een Nederlandse bewerking van het boek, onder de titel 'How2talk2kids - effectief communiceren met kinderen'. Inmiddels zijn rond de 10.000 exemplaren verkocht. In de workshop kunnen cursisten oefenen met de vaardigheden uit het boek.
Het boek en de workshop omvatten zes themas: omgaan met gevoelens, coöperatief gedrag, alternatieven voor straf, aanmoedigen autonomie, effectief prijzen en bevrijden van rollen. Heleen doet voor deze gelegenheid handreikingen rond het eerste thema: omgaan met negatieve gevoelens van kinderen.
Ik kan het!
De oprichtster van How2talk2kids is de eerste om te erkennen dat het allemaal erg soft klinkt: omgaan met gevoelens. „Er zijn cursisten die denken dat het een soort trukendoosje is, maar zo werkt het niet. Wij leren de ouders de gevoelens van hun kinderen te erkennen.
Als Heleen om zich heen kijkt, ziet ze veel ouders die liefdevol met hun kind omgaan, maar ze constateert ook dat een liefdevolle reactie nog niet altijd de beste is. „Als een kind verdrinkt, ga je niet langs de kant staan en rustig zeggen: Kijk eens naar mama. Doe eens dit of doe eens dat. Nee, iedere ouder zal zelf in het water springen om het kind te redden. Zo moeten we ook omgaan met heftige, negatieve emoties. Op die momenten moet je niet gaan opvoeden door te vertellen hoe het allemaal moet. Als je kind stampend van woede binnenkomt, luister dan eerst naar hem. En dan ook echt. Niet met een half oor. Een valkuil is om direct te reageren met vragen in de trant van Hoe komt dat dan? of Wat is er aan de hand? Probeer jezelf in te houden en reageer eens met Oh, Hmmm of Ja. Hiermee geef je aan dat je echt luistert, je nodigt je kind uit tot nadenken en geeft hem ruimte om zelf te concluderen. Daarbij geef je jezelf ook denktijd.
Je kunt ook het gevoel van het kind benoemen. Zo, jij bent echt boos! Of: Dat moet een hele teleurstelling voor je zijn. Het kind ervaart dan dat je hem begrijpt. Door de emotie te benoemen, reik je het ook de woorden aan voor wat het voelt. Ouders zijn soms huiverig om dit te doen, omdat ze bang zijn dat het huilen of de boosheid alleen maar erger wordt. Niets is minder waar. Als je oprecht en invoelend luistert en reageert, voelt je kind zich diep geraakt en getroost.
Onze zoon liet bijvoorbeeld op maandag al weten dat hij op zaterdag niet naar zwemles wilde. Je kunt dan reageren met: Joh, dat is toch zaterdag pas. Dat duurt nog zo lang. Dan krijg je de hele week een strijd. Dankzij de kennis van het Amerikaanse boek zei ik: Je bent bang om te zwemmen. Hij bevestigde dat en begon uit te leggen wat hij dan zo eng vond. Later in de week zei hij nog wel eens dat hij niet wilde. Ik reageerde op dezelfde manier. Hij bleef bang, maar hij kreeg ruimte om er zelf mee om te gaan. Op een dag zei hij: Als ik voel dat ik bang ben, zeg ik tegen mezelf: Ik kan het! Ik kan het! Als ik hem had gezegd: Dan zeg je toch tegen jezelf: Je kunt het! Je kunt het!, dan zou dat geen effect hebben gehad. Dit was zijn eigen manier om zijn zwemangst te lijf te gaan.
Prachtige ballonnen
Het accepteren van alle gevoelens is iets anders dan alles toestaan. De basisregel is: We accepteren elke emotie, maar niet elk gedrag. Als een kind iemand aan zn haren trekt of slaat, kun je zeggen: Zo, jij bent boos! In dit huis trekken we niemand aan zn haren en slaan we elkaar niet. Je benoemt dan de emotie en zegt iets over het ongewenste gedrag. Als je tegen een slaand kind alleen maar zou zeggen: Ik wil dit niet zien!, dan kan het boze gevoel onderhuids verder kruipen. Daar is niemand bij gebaat. Het kind moet zich op een bepaalde manier kunnen ontladen. Laat een boos kind bijvoorbeeld eens tekenen hoe boos hij is.
Een andere manier om een kind te laten voelen dat je met hem meedenkt en meevoelt, is het verlangen van het kind verwoorden in een fantasie.
Toen ik eens met mn dochter in een winkelcentrum liep, zag ze allemaal prachtige ballonnen. Daar wilde ze er graag één van hebben. Ik ben toen haar verlangen gaan verwoorden: Oh, kijk die eens, die is mooi. En die dan. Wat zou het fijn zijn als je ze allemaal zou mogen meenemen. Waar zou je ze dan ophangen? De realiteit voor het kind wordt iets draaglijker want mama begrijpt hoe graag je iets wilt.
www.how2talk2kids.nl
Hoe help je kinderen om te gaan met hun negatieve gevoelens?
- Luister rustig en aandachtig.
- Je kunt hun gevoelens erkennen met Oh, Hmmm of Ja.
- Je kunt het gevoel benoemen.
- Je kunt het verlangen verwoorden, eventueel in een fantasie.
Situatie: ouder en kind in auto (1)
Kind: Ik wil drinken!
Ouder: We zijn zo thuis
Kind: Ja, maar ik heb dorst!
Ouder: Ja, maar je hebt toch net gedronken!
Kind (jammerend): Ma-ham, ik heb do-horst!
Ouder: Kan niet toveren, nou ophouden.
Kind blijft jammeren, ouder raakt geïrriteerd.
Ouder: Ik ben er nu he- le-maal klaar mee, het kan gewoon niet, punt uit!
Situatie: ouder en kind in auto (2)
Kind: Ik wil drinken!
Ouder: Je hebt dorst.
Kind: Ja, ik heb heel veel dorst!
Ouder: Je zou nu het liefst ijskoude limonade willen hebben!
Kind: Ja!
Ouder: Wat zou het super zijn als we hier in de auto een koelkastje zouden hebben met daarin allemaal ijskoude drankjes. Wat zou jij dan willen?
Kind: Cola!
Ouder: Met ijsklontjes of zonder?
Kind: Met ijsklontjes en een rietje!
Fantaserend over de koelkast en de drankjes arriveren ouder en kind thuis.
„Ik benoem nu gevoelens"
Cursiste Helmi Bouwhuis (40), moeder van drie dochters (9 en een tweeling van 13) en logopediste, verwoordt haar ervaring zo:
„Deze cursus heeft me meer grip op de opvoeding gegeven. Wat ik nu bijvoorbeeld altijd doe, is het benoemen van het gevoel bij negatieve gevoelens. Dat werkt heel positief. De relatie met de kinderen wordt er beter door. Ze stampen nu niet meer boos naar boven, maar blijven bij het gesprek. Eerder was ik nog wel eens geneigd om te zeggen: Joh, je hebt toch dit of dat nog. Nu zeg ik: Joh, dat is echt naar. Meer hoeft niet.
Wat ik thuis ook toepas, is problem solving. We gaan er echt voor zitten als er een probleem is en we schrijven met zn allen alle mogelijke oplossingen op. Ik heb het idee dat het opschrijven al een deel van de oplossing is.Een ander punt is dat onze tweeling niet bijzonder spraakzaam is, tenminste naar ons toe niet, naar elkaar wel. Ik had altijd mn vragen klaar: Hoe was het? Wat heb je gedaan? Wie waren er allemaal bij? Ik merk dat, nu ik de vragen niet meer stel, ze meer vertellen. Dat noemen ze emotionele privacy.
Verder heb ik geleerd om niet te verwachten dat kinderen alles begrijpen. Ze beseffen niet dat melk bederft als het op het aanrecht staat. De noodzaak van het wegzetten zien zij dan ook minder dan ik. Door het te benoemen, gaat het gemakkelijker.
Tekst: Margreet van den Berg-van Brenk