Zondag zaten we voor het eerst sinds een aantal weken weer als gezin met elkaar in de kerk. Fijn! Kleine Kaleb was bij de oppas. Omdat ik het idee had dat hij minder eenkennig was dan eerder durfden we dat wel weer aan. We waren een tijdlang om de beurt bij hem thuis gebleven maar op zondagochtend met z'n allen naar de kerk gaan vinden we veel fijner. Nog voor de preek begonnen was werd ik echter al door de koster op mijn schouder getikt. Of ik wilde komen. Een diepe inwendige zucht en ik rolde met mijn ogen. Natuurlijk was ík weer degene die de kerk uit moest. Was ik nu maar thuis gebleven! Dan had ik tenminste nog kunnen meeluisteren. Dit was wel weer een staaltje van moederlijke zelfverloochening. Maar was dat wel zo?
Als je iets opgeeft voor een ander (in dit geval een dreumes, waar hebben we het dus eigenlijk over...), iets wat je zelf graag wil maar in het belang van de ander laat gaan, dan noemen we dat zelfverloochening. Als moeder kom je heel vaak in situaties waarin zelfverloochening van je wordt gevraagd. Je nachtrust wordt onderbroken. Wil je net even lekker met een kopje koffie op de bank, dan is er een peuter die klaar is op de wc. Had je gehoopt op een rustige woensdagmiddag, willen al je kinderen een vriendje meenemen naar huis. En al geniet je erg van je werk, toch geef je ook dat (gedeeltelijk) op voor je gezin.
Maar is zelfverloochening wel zelfverloochening als het van je verwacht en gevraagd wordt?
Wat is zelfverloochening eigenlijk?
De Dikke van Dale zegt over zelfverloochening: onzelfzuchtig handelen, eigen verlangens onderdrukken ten bate van anderen. En onzelfzuchtig betekent: anderen helpen zonder eigenbelang.
Maar kan je "anderen helpen zonder eigenbelang", en "eigen verlangens onderdrukken ten bate van anderen", wel zelfverloochening noemen als het van je verwacht wordt? Is het wel zelfverloochening als het moet?
Terwijl ik daar met een natgehuild, nasnikkend jongetje tegen me aan in de crèchezaal zat, realiseerde ik me ineens dat dit in elk geval niet de zelfverloochening was die de Heere Jezus bedoelde toen Hij zei: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij (Luk. 9:23). Ik kan me niet voorstellen dat Hij daarmee bedoelde dat we vol zelfmedelijden (want dat zat ik daar te hebben!) onszelf moeten verloochenen. Eenmaal thuis liet het me niet los. Ik zocht de verwijsteksten bij dat Bijbelgedeelte op en kwam uit bij Johannes 12, waar de Heere Jezus zegt:
Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven. (Johannes 12:25)
Daar staat een stukje antwoord! Matthew Henry zegt daarover: "ons leven houdt in onze rijkdom, onze eer, ons plezier, onze gemakken en het levenslang bezit daarvan. Die moeten we haten, dat betekent, verachten, als onnuttig en onvoldoende om ons gelukkig te maken. We moeten de verleidingen die daarin aanwezig zijn vrezen en er blijmoedig afstand van doen als ze concurreren met het dienen van Christus".
En dan verwijst Henry naar Handelingen 20: 24. Daar zegt Paulus tegen de Efeziërs: Maar ik acht op geen ding, noch houde mijn leven dierbaar voor mijzelven, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en den dienst, welken ik, van den Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods.
Daar gaat het over echte zelfverloochening! Met blijdschap de dienst vervullen die je van de Heere Jezus gekregen hebt, in plaats van het 'dierbaar houden van mijzelf'. En wat is het voor ons, moeders, duidelijk welke dienst we van de Heere Jezus gekregen hebben! Met dat we ons eerste kindje in onze armen kregen werd de vraag beantwoord: 'wat wil de Heere dat ik met mijn leven doe?' Duidelijker kunnen we een dienst niet van de Heere Zelf ontvangen dan dat een kind uit ons eigen lichaam geboren werd!
Echte zelfverloochening heeft dus te maken met blijdschap. Met dienen in oprechte liefde. Amy Carmichael (1867-1951), zendelinge in India zei daarover:
"Je kunt geven zonder lief te hebben, maar je kunt niet liefhebben zonder te geven''
Toen Amy Carmichael (die een leven van ziekte en moeite had en streed voor de bevrijding van kind-prostituees uit Indiase tempels) in een brief gevraagd werd hoe het was om zendeling te zijn antwoordde ze: 'het is eenvoudigweg een kans om te sterven'. Over zelfverloochening gesproken!
Martha en Maria
Ik worstel ermee. Ik probeer het te bevatten maar ik kan het niet helemaal. De Heere Jezus vraagt ons om in navolging van Hem te sterven aan onszelf, Hem lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dat valt alleen te leren als we leeg worden van onszelf, ons hart en leven dagelijks aan Hem overgeven en al onze eigen verlangens ondergeschikt leren maken aan Zijn wil. Door genade!
Zelfverloochening zonder liefde mondt uit in zelfmedelijden. Ik denk aan Martha die de Heere Jezus diende. Ze had Hem lief, maar diende toch met een verkeerd oogmerk toen ze Jezus vroeg haar zus Maria te vermanen, omdat zij aan Zijn voeten zat. Had Martha daar liever ook willen zitten? Verloochende ze zichzelf omdat het moest, maar zonder echte blijdschap? De geschiedenis zegt het niet, maar zou dat niet haar reactie kunnen verklaren?
Gebed
Ik zie mezelf: een taak van de Heere gekregen maar in plaats blijdschap, medelijden met mezelf. In plaats van mijn leven te haten, heb ik het zo lief. In plaats van de ander uitnemender te achten dan mezelf, zet ik mijn eigen verlangen zo voorop. In plaats van sterven, worstel ik steeds maar om mijn eigen verlangens, dromen, idealen levend te houden. In plaats van zachtmoedig ben ik vaak hoogmoedig. In plaats van het belang van anderen heb ik mezelf zo in het middelpunt staan.
Daar blijft alleen een gebed over. 'Wilt u mij leegmaken van mijzelf en vullen met uw genade. Wilt u me zelf leren wat u van mij vraagt: mijzelf te verloochenen, mijn kruis op me te nemen en U na te volgen.'