Vraag: Onze zoon van 15 jaar is erg opstandig. Hij gaat in tegen bijna alles wat wij als ouders zeggen. Niets is goed, hoe aardig we het ook proberen. Het lijkt wel alsof wij lucht zijn hij gaat gewoon zijn eigen gang. We maken ons zorgen over zijn vrijetijdsbesteding, vooral met zijn vrienden. Hem hierop aanspreken helpt niet. We zijn in een negatieve cirkel beland. Hoe kunnen wij het nog goed doen?
Het kan voor ouders erg moeilijk zijn als hun kind flink in de puberteit komt. Er zijn pubers die tegen van alles aan schoppen, regels aan hun laars lappen, bij het minste of geringste grove taal uitslaan. Dit gaat al dan niet gepaard met onmatig drank- en mediagebruik. Alles moet kunnen, zeker als ze bij vrienden zijn. Waarschuwingen van ouders lijken niet binnen te komen. De puber maakt het liefst zelf de dienst uit.
Eerst kort iets over de ontwikkeling van de puber. In de puberteit verandert er lichamelijk veel. Mede door een hogere hormoonproductie gaan kinderen zich losmaken van hun ouders. Pubers moeten steeds meer op eigen benen staan en een eigen mening hebben, maar ze weten nog zo weinig. Eén ding is wel zeker: zij willen niet langer het verlengstuk van hun ouders zijn.
Midden in alle onzekerheden gaan pubers hun eigen weg vinden. Daarbij staat hun eergevoel onder spanning. Ze zijn kwetsbaar en gevoelig voor kritiek. Commentaar komt al snel als een afwijzing over. Vandaar dat goedbedoelde opmerkingen van ouders al snel verkeerd vallen. Om over terechtwijzingen maar niet te spreken.
Wat hebben kinderen in de puberteit nodig van ouders? Vrijheid, grenzen, liefde en erkenning.
Een puber heeft meer vrijheid nodig. Hij moet zijn vleugels uitslaan. Als vader of moeder erg bepalend zijn, geeft dat pubers te weinig ruimte om dingen op hun eigen manier te leren doen of zelf een mening te vormen. Ouders dienen op tijd de teugels te laten vieren en aan te zetten tot zelfstandig nadenken. Waar mogelijk krijgen pubers meer verantwoordelijkheid. Ook het dragen van de gevolgen van hun eigen gedrag hoort hierbij.
Naast vrijheid heeft een puber ook grenzen nodig. Pubers denken vaak niet goed na en kunnen nog niet goed plannen, omdat hun hersenen nog niet zijn uitgegroeid. Tot die tijd zijn grenzen nodig, omdat er anders dingen misgaan. Zo zijn grenzen aan tijds- en geldbesteding, media- en drankgebruik belangrijk, met betrekking tot huiselijke zaken zoals taken doen of op tijd zijn voor het avondeten, alsook met betrekking tot godsdienstige zaken.
Ouders mogen gezag uitoefenen, zeker omdat zij de verantwoordelijkheid over het gezin hebben en er vaak meer kinderen zijn. Het komt voor dat ouders grenzen oprekken uit angst de liefde van hun kind te verspelen. Pubers pakken op hun beurt alle ruimte die ze kunnen krijgen. Daarom is het belangrijk dat ouders het samen eens zijn over grenzen die echt nodig zijn en die ook handhaven. Na een eerste uitleg kan er een kort en duidelijk ge- of verbod volgen. Pubers blijken zich doorgaans neer te leggen bij billijke grenzen.
Pubers hebben in de derde plaats ook liefde nodig, hoewel ze vaak uitstralen niets met hun ouders te maken te willen hebben. Toch betekenen hun ouders nog heel veel voor hen. Als ouders hen laten vallen, is het heel erg mis. Pubers blijven de steun van hun ouders nodig hebben, alleen wel op een andere manier dan vroeger. Knuffelen is meestal een gepasseerd station, maar er zijn meer manieren. Bijvoorbeeld door liefde met woorden te vertellen, door hem kort aan te raken, door hem te verwennen met een ontbijtje op bed (mits hij zoiets prettig vindt), door een aardig briefje voor hem neer te leggen bij late thuiskomst, door te groeten, door te luisteren als hij iets zegt. Aan dit soort dingen merkt een puber dat ouders het fijn vinden dat hij er is en dat zijn inbreng ertoe doet.
Te midden van alle veranderingen is een puber sterk op zoek naar erkenning. Misschien is dit wel het kernwoord in de puberteit: respect. Een puber vraagt: "Zie je mij staan?" "Houd je rekening met mij?" "Waardeer je mij?" Onzekerheid wordt soms gemaskeerd met grove woorden en een om zich heen slaan teneinde zelf niet te worden geraakt. Het zelfvertrouwen is wankel, waardoor een puber gevoelig is voor erkenning.
Voor ouders is het belangrijk om respectvol met hun puber om te gaan. Beter is het dat een opmerking niet gelijk van tafel wordt geveegd, ook al slaat die nergens op. Pubers blijven meer in hun waarde als ouders reageren met: "Oké, jij vindt dus dat... Dat kan zo zijn. Ikzelf denk er iets anders over." Via vragen kunnen ouders stimuleren tot nadenken en het vormen van een evenwichtiger mening. Zo van: "Ik ben wel benieuwd hoe jij dit of dat ziet. Hoe kijk jij daartegen aan?" Pubers denken namelijk vaak zwart-wit.
Een mogelijke valkuil is de verwachting dat pubers onmiddellijk en openlijk hun fouten erkennen. Dit betekent gezichtsverlies. Dat is moeilijk, omdat hun eergevoel toch al op scherp staat.
Beter dan nog eens onder de neus te wrijven dat iets niet zo slim was, is het om het onderwerp gewoon te laten rusten en blij te zijn dat er überhaupt contact was. Hopelijk is door het gesprek een waardevol bouwsteentje toegevoegd aan de mening van de puber.
Om uit een negatieve spiraal te raken, is het geven van complimenten belangrijk. Dat richt de aandacht op positieve dingen. Ook al reageert een puber met een grom, complimenten blijven vaak wel haken. Het geeft hem de nodige erkenning. Tegelijk verandert de sfeer hierdoor, en wordt het voor een puber aantrekkelijker om binnen grenzen te blijven.
Naast het bedenken van wat een puber nodig heeft, is het goed als ouders naar de eigen rol kijken. Omdat pubers tot wanhoop kunnen brengen, reageren ouders soms te veel uit boosheid. Soms zijn ouders te dwingend en geven ze pubers te weinig tijd om om te schakelen als er iets niet mag.
Het kan ouders helpen om na een escalatie te bedenken hoe ze een volgende keer beter kunnen optreden en dit eventueel voor zichzelf op te schrijven. Ook is het voor hen van belang uitputting te voorkomen en regelmatig bij te laden, bijvoorbeeld door iets ontspannends te doen zonder de kinderen.
Om de juiste toon te treffen, is veel wijsheid nodig. Laten we steeds om wijsheid van God vragen, Die mild geeft en ons onze onkunde niet verwijt (Jak. 1:5).
Tips
-Geef vrijheid, maar stel daarnaast duidelijke en billijke grenzen.
-Geef erkenning voor de inbreng van de puber en kleineer hem niet.
-Praat mét je puber, niet tégen hem.
-Geef complimenten voor de dingen die goed gaan.
-Voorkom gezichtsverlies en geef de puber tijd om zich te hervinden.
-Laat merken dat je van hem houdt.
-Kijk naar je eigen rol en bedenk welke dingen beter kunnen.
-Voorkom uitputting en laad regelmatig bij.
-Bid om wijsheid.
Sarina Brons-van der Wekken