De hel is de plaats waar God niet is. Een verschrikkelijke plaats van eeuwige straf voor wie in ongeloof aan Gods liefde voorbij heeft geleefd.
Totale verlorenheid
Pieter ligt ’s avonds in bed, hij kan niet in slaap komen. Zijn gedachten cirkelen rond de laatste woorden van de lezing op een jongerenavond. 'Als je Jezus niet kent, ga je verloren!' Hij huivert. Zou de hel dan echt bestaan?
Bestaat de hel? Hoe zou het daar zijn? Het zijn vragen die je misschien wel herkent. Veel mensen accepteren wel een hemel, maar niet een hel. De hel klinkt te erg, te definitief, te pijnlijk. Het past niet in ons optimistische wereldbeeld dat van goed naar beter gaat. Maar volgens Gods Woord bestaat de hel echt en is die plaats eeuwig. Het is opvallend dat er meer Bijbelverzen gewijd zijn aan de hel dan aan de hemel. En de Heere Jezus onderwees tijdens Zijn leven vele malen specifiek over de hel. Zei de Heere Jezus dit om bang te maken? Nee, integendeel. Hij zei dit om je ervan te redden. Hij heeft ons niet over voor de hel!
In de Bijbel is de hel vooral de plaats waar je eeuwig zonder God bent. Op verschillende plaatsen lezen we hoe afschuwelijk de hel is. Denk maar aan de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus. De Heere Jezus beschreef de hel als een plaats van kwelling, angst en lijden. De Bijbel is er eerlijk over dat de hel de bestemming is voor iedereen die niet in Jezus gelooft. Als je de Heere niet wil dienen dan stort je jezelf in de hel. Maar wie tot Christus vlucht, zal eeuwig behouden worden.
De hel is de plaats waar God niet is.
Er zijn veel beelden in de Bijbel over de hel, waarin de verschrikking wordt benadrukt. De hel wordt uitgelegd als: de buitenste duisternis (Mattheüs 25:30), een poel die brandt van vuur en sulfer (Openbaring 21:8) en de plaats waar de worm niet sterft (Markus 9:46). Dit zijn stuk voor stuk beelden die aan geven dat de plaats van de hel te verschrikkelijk is voor woorden.
De Bijbel zegt dat God de hel heeft gemaakt voor duivel en zijn demonen (Mattheüs 25:41).
Bij onze dood valt de scheiding tussen gelovigen en ongelovigen definitief. De dood is immers niet het einde van ons bestaan: we zijn geschapen voor de eeuwigheid, hetzij in de hemel of in de hel. ‘En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.’ (Mattheüs 25:46)
Als een mens voor eeuwig verloren gaat, komt dat door zijn ongeloof. ‘Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.’ (Johannes 3:18)
De Heere wil niet dat mensen verloren gaan, maar heeft ons behoud op het oog, óók met de boodschap van de hel. ‘De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.’ (2 Petrus 3:9)