Het eten is op, de Bijbels komen op tafel. Tijd om samen te lezen. Je wil zo graag dat alle gezinsleden betrokken zijn bij het Bijbellezen. We willen het Woord graag dicht aan de harten van onze kinderen leggen. Maar hoe doen we dat nu?
Hulpmiddelen
We hebben tegenwoordig veel hulpmiddelen en bronnen die ons helpen bij het toe-eigenen en overdragen van Bijbelkennis. Ik weet niet hoe het bij jou is, maar hier staan toch al best heel wat boeken op de plank, variërend van kinderbijbels met aansprekende prenten tot opvoedboeken. Stuk voor stuk waardevol en ondertussen vol gebruikerssporen. Toch is uiteindelijk het allerbelangrijkste dat we de Bijbel zelf goed lezen en begrijpen.
Zeker met de aankomende periode van advent en kerst merk je dat bepaalde profetieën en geschiedenissen zo bekend zijn, dat we al snel invullen waar het over gaat. De nieuwigheid is er af en daardoor verflauwt de aandacht wellicht, zijn we misschien minder geraakt en verwonderd.
Hoe lezen we de Bijbel? Hoe leren we onze kinderen lezen uit Gods Woord? Hoe leven we naar Zijn Woord? Bij deze wat aanwijzingen voor het doen van persoonlijke Bijbelstudie en het lezen en bespreken van de Bijbel met het gezin.
- Omhels de Bijbelstudie met gebed. Zonder het werk van de Heilige Geest, zal het Woord niet verder komen dan onze huid. Vooraf kan gedankt worden voor Gods Woord en gevraagd worden om Zijn zegen, na afloop kun je bidden over de dingen die je hebt gelezen.
- De Bijbel legt zichzelf uit; vaak kun je de tekst of een gedeelte beter begrijpen, wanneer je ook de context leest en verwijsteksten opzoekt. Daarnaast kun je gebruik maken van bijvoorbeeld de Bijbel Met Uitleg, kanttekeningen, verklaringen, andere talen of vertalingen. Maar probeer vooral zoveel mogelijk te graven in Gods Woord.
Wat minder gebruikelijk is het om een passend artikel uit de geloofsbelijdenis, catechismus (met de teksten) of Dordtse leerregels te gebruiken. Zeker met oudere kinderen kan dit een verrijking zijn. - In de Bijbel – en zeker in het oude testament – lezen we dat de Heere veel gebruik maakt van voorwerpen, rituelen en symboliek of beelden De Heere wil dat iedereen kan begrijpen Wie Hij is en wat Hij doet; ook de kinderen. Denk bijvoorbeeld aan het Pascha; In Exodus 12:26 lezen dat de kinderen vragen; “Wat hebt gij daar voor een dienst?” en dan moet er uitgelegd worden van het paasoffer en alles daaromheen. Ook in Jozua 4:6 gaat het over kinderen die vragen wat de stenen aan de oever van de Jordaan betekenen. Beeldend onderwijs.
Ook wij kunnen gebruik maken van passende voorbeelden om de Bijbel uit te leggen. Dat is niet alleen voor kleine kinderen helpend, maar ook voor jezelf en oudere kinderen. Denk aan een kleurplaat, een activiteit, een kijktafel of een tekst die je opschrijft en een poos ophangt. - Het gevaar van dit soort gesprekken – ook na een preek – is dat je veel vragen stelt om de kinderen erbij te betrekken. Alle goede bedoelingen ten spijt, soms is het net een overhoring. Probeer zelf eens iets persoonlijks te vertellen; over wat je eerder op de dag had gelezen, iets wat je moeilijk vindt, misschien iets van de verwondering die je voelt bij Gods genadewerk. Op die manier ben je samen leerling, dat geeft ook opening in het gesprek.
- Het is geen verkeerde vraag, maar soms zijn we iets te veel bezig met; wat heb ik eraan? We zoeken naar troost, een oplossing, willen alles begrijpen en bezitten en het liefst meteen… Het Bijbellezen is het luisteren naar Gods Woord; het kan genoeg zijn om stil te worden van Zijn grootheid, geduld en heerlijkheid. Of klein te worden in het besef wie wij zijn tegenover Hem. Te wachten op en uitzien naar Hem.
Dan de Bijbelstudie zelf.
- Allereerst ga je informatie Wat staat er letterlijk? De jongsten zullen misschien niet alles begrijpen, maar steekwoorden kunnen ze vast wel onthouden. (Ik nam de jongste vaak op schoot en fluisterde de woorden in hun oor die ze wel konden begrijpen; dieren, voorwerpen, namen… ) of ze zoeken een Bijbelverhaal op die ook gaat over het thema. (Zoek maar een koning, of een tent of een verhaal met vissen, bijvoorbeeld.)
Informatie dus. Je probeert de tekst te begrijpen, zonder dat je het ‘invult’. Over wie of wat gaat het, wat weet je uit de tekst? - Dan pas ga je invullen, uitleggen, vragen stellen. Waarom staat die plaatsnaam genoemd, wat wordt er gezegd over de persoon, over de Heere, over de gebeurtenis; je gaat de dingen benoemen. Een laagje dieper dus dan de woorden. Je gaat op zoek naar de betekenis, blijf hierbij dicht bij de Bijbel en ga daarna pas op zoek in een uitleg. Bij een geschiedenis kun je bijvoorbeeld praten over het gedrag van de persoon; de oorzaak of gevolgen,…
- Tot slot ga je van de tekst naar het hart. Wat spreekt je aan of juist niet? Wat zou jij doen? Wat leer je ervan? Aan welke situatie van afgelopen week doet dit je denken? Wat zegt dit over de Heere? Wat kun je hiervan meenemen de week in of in je gebed?
Probeer erop te letten dat ieder op eigen niveau iets meekrijgt. Dat is best ingewikkeld, maar misschien kunnen de ouderen het ook een keer uitleggen aan de jongeren?
Ten slotte is het helpend om zelf regelmatig te verwijzen naar wat je die dag of week daarvoor nog had gelezen in het alledaagse leven. “Weet je nog…?” “Dit herinnert mij aan wat we pas lazen over…” Zo gaat het Woord mee in het leven van alledag. Door bij deel C concreet ook dingen te benoemen en te bedenken, maak je de kloof tussen leer en leven ook wat kleiner. Op hoop van zegen!
Een laatste TIP: Waarom? is een moeilijke vraag. Veel kinderen kunnen daar geen antwoord op geven; probeer dat woord te vermijden.
Dit blogartikel werd geschreven door Mirjam.