In Nederland vinden we de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze kinderen belangrijk. We letten er goed op of onze kinderen wel vriendjes hebben en of ze wel in de pas lopen met hun leeftijdsgenootjes. Maar zijn die leeftijdsgenoten eigenlijk wel zo belangrijk?
Tot voor kort maakten wij deel uit van een huiskring waarin wij het enige gezin waren. Geen andere kinderen dus. Regelmatig werden onze kinderen beklaagd door anderen. Maar zelf ervaren we dat anders. Onze kinderen kregen genoeg aandacht (en snoep). Ook bij activiteiten in onze (kleine) kerk merkten we telkens weer hoe kinderen van verschillende leeftijden tamelijk moeiteloos samen speelden: na afloop van de kerkdienst of bij gezamenlijke activiteiten. Ik heb dat altijd als een voorrecht voor onze kinderen gezien. Je hoeft toch niet alleen met kinderen van je eigen leeftijd om te gaan?
Tegelijk constateer ik dat er zoveel per leeftijdsgroep is georganiseerd: op school natuurlijk, maar ook in de kerk en op christelijke conferenties en evenementen. Blijkbaar vinden we die leeftijdsgroep toch belangrijk. Het lijkt alsof we in onze maatschappij vinden dat een omgeving met leeftijdsgenoten het belangrijkste is voor onze kinderen. Maar is dat wel zo?
In de Nederlandse samenleving is er in de afgelopen eeuw een nadruk op de eigen leeftijdsgroep ontstaan. Een paar generaties geleden werd er weinig naar jongeren geluisterd, de maatschappij was er alleen voor volwassenen. Als tegenreactie is er een aparte jongerencultuur gegroeid. Je merkt nu juist weer een beweging van meer contact tussen generaties.
Martine Noordegraaf (pedagoog en lector aan de Christelijke Hogeschool Ede) is positief over deze ontwikkeling: “Ik vind dat we intergenerativiteit (contact tussen verschillende generaties) juist moeten omarmen. Ik denk dat we veel te veel ervan uitgaan dat alles ‘leuk’ moet zijn voor kinderen. Daardoor letten we er niet goed op dat sommige dingen niet leuk, maar wel leerzaam zijn. Vroeger kregen kinderen te veel verantwoordelijkheid in het zorgen voor jongere broertjes en zusjes. Maar nu zijn we ook weer doorgeschoten: we vinden dat kinderen altijd maar mogen spelen, en geven hun weinig verantwoordelijkheden. Terwijl dat juist erg belangrijk is."
"Kinderen oefenen tegenwoordig alleen nog maar verantwoordelijkheid met hun huisdier!"
Ook Leantine Dekker (HGJB) herkent dat we in de kerk weer proberen verschillende generaties met elkaar in contact te brengen. Het lijkt erop dat we de tijd van de doelgroepen een beetje hebben gehad. Leantine: “Kinderen hebben veel aan de ervaringen van andere generaties. Een opa uit de gemeente die langskomt op de club, wordt een herkenbaar gezicht op zondag tijdens de dienst. Maar ook andersom: ouderen worden warm gemaakt door het enthousiasme van de kinderen. We merken bij de HGJB dat als kerken kleiner worden, er meer gezamenlijkheid ontstaat. Ook het jeugdwerk in veel kerken wordt kleiner en dat betekent dat er meer samengevoegd wordt. Dat is niet alleen verlies, maar ook winst. Vaak vinden de ouders het lastig, maar de kinderen zelf niet!”
Janneke Burger-Niemeijer