Salomo wist het al: er is een tijd om te huilen en er is een tijd om te lachen. Huilen is een onderwerp waar iedereen iets mee heeft: we doen het allemaal wel eens. De een natuurlijk wel vaker dan de ander. Maar hoe zit het met het huilen van kinderen?
In de cultuur van Kung San, een volk van jagers/verzamelaars in Botswanen, komen geen huilbaby’s voor. Dat was voor de Canadese kinderarts Ronald Barr aanleiding om te observeren hoe deze mensen omgaan met baby’s. De kinderarts ontdekte vier belangrijke verschillen tussen de westerse cultuur en die van Kung San.
- Ten eerste dragen de Kung San-moeders hun kind altijd bij zich, op hun armen of in een draagzak. Er is dus voortdurend lichamelijk contact. Voor de meeste westerse kinderen is dat anders. Die liggen meestal alleen in een kinderwagen of wieg.
- Het tweede grote verschil houdt hier direct verband mee. Westerse baby’s liggen het grootste gedeelte van de dag in bed, horizontaal dus. De Kung San-baby’s hangen vooral rechtop, in een verticale positie. Volgens de Kung San bevordert deze positie de ontwikkeling.
- In het voedingspatroon ontdekte Barr ook verschillen. Bij ons leert de baby zich al snel te schikken naar ons werk- en leefpatroon. Kung San-moeders hebben geen vast ritme, wat dat betreft. Ze zijn elk moment bereid en in staat om te voeden drie tot vier keer per uur en dan slechts 1 tot 2 minuten is niet uitzonderlijk.
- Het vierde verschil zit in de snelheid waarmee moeders op het huilen reageren. Kung San-moeders reageerden in 92 procent van de gevallen binnen 10 seconden. Ofwel, de baby hoeft maar te kikken en het krijgt de borst.
Andere culturen
De Kogi in Columbia negeren het huilen van baby’s. Hoe hard er ook gekrijst wordt, de ouders maken geen aanstalten om het kind te troosten of op een andere manier tegemoet te komen aan zijn behoeftes. Het huilen vermindert hierdoor snel en het kind ontwikkelt een soort stoïcijnse manier om allerlei ellende te ondergaan.In de diverse culturen leven verschillende gedachten over het belang van huilen voor baby’s. Koerden menen dat huilen helpt bij de ontwikkeling van de stem. In Taiwan beschouwen ze huilen als een soort fitnessoefening. In weer andere culturen ziet men een samenhang met de ontwikkeling van de ingewanden of in bredere zin met ontwikkeling en groei. Dat geldt bijvoorbeeld voor Japan.
Zonder tranen
Wel eens een kleine baby zien huilen met tranen? Die kans is klein. Het viel Darwin al op dat kleintjes geen tranen produceren als ze huilen. Hij hield van zijn kinderen bij wanneer er tranen aan te pas kwamen: bij de een was dat vanaf dag 139, bij de ander al vanaf dag 20. Recent onderzoek laat zien dat tranen in de eerste maand zeer uitzonderlijk zijn.
Mishandeling
Vroeg of laat leert een kind dat z’n huilen lang niet altijd leidt tot waar hij op hoopte. Sterker nog: huilen kan ervoor zorgen dat het tegenovergestelde gebeurt. Radeloze ouders schudden de huilende baby: het shaken baby-syndroom.
Frans of Duits
Of je het geloven wilt of niet: Franse baby’s huilen anders dan Duitse. Twee tot vijf dagen na de geboorte laten de baby’s in hun huilen al overeenkomsten zien met de taal die hun moeder spreekt. Duitse baby’s beginnen relatief op hoge toon en eindigen laag. Voor Franse baby’s geldt het omgekeerde. Het is pure imitatie van de intonatie van de zinnen die de Duitse en Franse baby’s van hun moeders horen. Door het nadoen van de moeder proberen baby’s de aandacht te trekken en een band te bewerkstelligen.
Effect
Lucht een potje janken op? De meeste volwassenen denken van wel. Ze menen ook dat het inhouden van je tranen ervoor zorgt dat je je nog verdrietiger voelt. Kinderen denken daar echter totaal anders over. Zij vinden dat huilen er alleen maar toe leidt dat ze zich nog verdrietiger gaan voelen. Juist het stoppen met huilen is voor hen de meest effectieve manier om verdriet te temperen.
Jongens/meisjes
Wie huilen het meest: jongens of meisjes? In Amerika is bij zeventien jongens en twaalf meisjes van 18 maanden tot hun vierde jaar bijgehouden hoe vaak ze lachten en hoe vaak ze huilden. Hoe ouder ze werden, hoe minder er gehuild werd tijdens routinesituaties zoals eten, verschonen en naar bed gaan. Bij het ouder worden, huilden de jongens meer dan de meisjes. Meestal was dat omdat ze zich hadden bezeerd of omdat ze ruzie hadden. Het bleken ook vooral de jongens te zijn die verantwoordelijk waren voor het aan het huilen maken van jongens en van meisjes.
Je kunt nu concluderen dat jongens meer huilen dan meisjes, maar als je in beschouwing neemt dat jongens zich vaker bezeren dan meisjes, is het ook niet meer dan logisch. Als meisjes zich even vaak zouden bezeren, zouden ze wellicht ook vaker huilen.
En wie huilen er het snelst? Een onderzoeker hield een armpje van een baby vast, zodat die zich niet vrij kon bewegen. Hij keek dan wie er het snelst en het vaakst gingen huilen, de jongens of de meisjes. Het zal niemand verbazen: hier komen de meisjes als winnaar uit de bus.
Op latere leeftijd zijn er duidelijke verschillen tussen de seksen. In een onderzoek waarin basisschoolleerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 zelf moesten zeggen hoe vaak ze huilden, scoorden de meisjes hoger dan de jongens.
Hoe vaak?
Eenjarige baby’s huilen gemiddeld veertien tot zeventien keer per week, twaalfjarigen bijna twee keer per week.
Oudere kinderen
Bij het ouder worden leren kinderen dat andere mensen ook hun emoties hebben, zowel positieve als negatieve. Ze kunnen zich dan inleven in de situatie van anderen. Is de moeder van een klasgenoot ernstig ziek, dan begrijpen ze dat dit voor dat vriendje erg is en kunnen ze empathisch huilen.Kinderen krijgen ook steeds meer controle over hun emoties. Voor kinderen in de leeftijd van zeven tot elf gaat de omgeving een steeds grotere rol spelen. Ze doen hun best om hun emoties in te houden wanneer er vriendjes in de buurt zijn. Die terughoudendheid komt, volgens henzelf, voort uit de angst dat andere kinderen negatief op hun emoties reageren. Als ze alleen zijn of met hun ouders, laten ze hun tranen eerder de vrije loop.
Rond die tijd wordt het inzicht in de reacties van anderen op het huilen ook steeds groter. Hierdoor kunnen de kinderen manipulatief gaan huilen. Dat wil zeggen dat ze niet huilen vanwege iets wat er is gebeurd, maar vanwege de verwachte reacties van anderen. Het klassieke voorbeeld hiervan is het kind dat zich heeft bezeerd en pas begint te huilen als het z’n moeder ziet.
Pas na de puberteit komt er nog een vorm van huilen bij: sentimenteel huilen. Het is een huilen van ontroering, bijvoorbeeld bij het horen van bepaalde muziek of bij het lezen van een gedicht.
Soms moet je dingen meemaken om ze te kunnen begrijpen. Ik begrijp ouders die hun kind door elkaar schudden als het niet stopt met huilen. Met je hoofd weet je dat het niet goed is, maar je voelt je zo vreselijk wanhopig, machteloos en radeloos, dat je tot rare dingen in staat bent. Gelukkig is die tijd bij ons voorbij. De jongste is nu twee. Als hij huilt, begrijp ik hem meestal. En dat maakt voor mij het grote verschil met die eerste tijd.
De informatie voor dit artikel komt uit ‘Tranen. Waarom mensen huilen’, door Ad Vingerhoets
Margreet van den Berg-van Brenk