In dit gezinsmoment leren kinderen wat het betekent dat God de mens schiep naar Zijn beeld.
Doel van het gezinsmoment
In dit gezinsmoment leren kinderen meer over de schepping van de mens. God schiep de mensen naar Zijn beeld. Wat betekent dat eigenlijk? Aan de hand van het verhaal uit Genesis komen we daar meer over te weten.
Intro
"Misschien ben je wel eens aangezien voor iemand anders. Degene die je dacht te kennen zei: oh, jij lijkt heel veel op…., maar je bent het niet. Misschien heeft jouw juf of meester of je vader of moeder er ook wel een last van. Je lijkt veel op je broer of zus en daarom worden jullie door elkaar gehaald. Iedereen is uniek geschapen, dat betekent iedereen is anders. Zelfs tweelingen hebben (soms hele kleine) dingen waarin ze van elkaar verschillen.
Iets wat er precies hetzelfde uitziet als jijzelf is je evenbeeld, weet je wat dat is? Kijk maar in de spiegel, daar zie je jezelf, of dus je evenbeeld. Je kunt ook een selfie maken met een (telefoon)camera, op de gemaakte foto zie je ook je evenbeeld."
Variant 1:
Geef de kinderen een spiegeltje of gebruik een spiegel die bij jullie in huis hangt. Laat de kinderen dingen benoemen die we allemaal hetzelfde hebben (neus, oren, ogen), maar ga daarna ook in op het unieke van ieder kind. Wat heeft de één wel en de ander niet (moedervlekjes) en waarin verschillen we nog meer van elkaar (lengte van haar, kleur van ogen). Laat de kinderen ook zien waarin ze op elkaar en hun vader en/of moeder lijken. Een ander persoon is niet je evenbeeld maar je kunt zeker wel op elkaar lijken.
Variant 2:
Maak een tekening van jezelf. Maak een keuze om alleen het hoofd te tekenen of het hele lichaam. Kijk eerst in de spiegel en teken jezelf daarna zo goed mogelijk na.
Vandaag gaan we het hebben over de schepping en speciaal kijken we naar hoe God de mens geschapen heeft. God schiep de mens naar Zijn beeld. Wij weerspiegelden iets van Hem. Dus als God keek naar de mens zag Hij iets van Zichzelf. Dat is bijzonder!
Bijbelgedeelte(n)
Lezen: Genesis 1 en2
Bijbelverhaal
Lees het Bijbelverhaal van de schepping van de mens uit een kinderbijbel naar keuze. Benadruk dat de mens als enige van alles wat God schiep, naar Zijn beeld geschapen is. Adam lijkt op God. Zoals je in de zandbak met een vormpje een afdruk kan maken, zo maakte God met eerbied gesproken een afdruk van Zichzelf. De mens lijkt op Hem.
Platen en gesprek
Bekijk de platenserie. Op deze platen worden de eerste zeven dagen van de schepping in beeld gebracht.
- Wat schiep God als allereerste? Zou dat ook betekenen dat dat het belangrijkste is?
- Vergelijk plaat 2 en 8 (scheppingsdag 1 en 4). Wat schiep God op deze dagen en wat hebben deze twee dingen met elkaar te maken. Je kunt op deze manier ook een vergelijking maken tussen de scheppingsdagen 2 en 5 en tussen 3 en 6 (eerst maakt God de plaats op de aarde klaar, daarna schept hij de bewoners).
- Op plaat 12 zie je Adam, geschapen door de Heere. De mens wordt als laatste geschapen, maar toch wordt hij de kroon op de schepping genoemd. Waarom?
- Vraag aan je kind of wij nog steeds op de Heere God lijken. Waarom wel en niet? (De Heere heeft ons verstand gegeven, taal, creativiteit, dat we in staat zijn om lief te hebben enz. Maar door de zonde is er nog maar heel weinig van God in ons te zien. Hij wil ons wel door de kracht van de Heilige Geest weer veranderen. Dat we Hem en de mensen liefhebben, dat we God kennen en voor Hem leven, daarvoor heeft Hij jou geschapen!).
Bijbelstudie
Lees Genesis 1 vers 1-2 en 26-31
- In vers 26 staat: laat Ons mensen maken, naar Ons beeld en Onze gelijkenis. Het staat in de meervoudsvorm, wie zijn ‘ons’ in deze tekst?
- Ga eens terug naar vers 2, zie je hier ook iets terug van de Drieenige God?
- Kun je uit vers 26 (en 28) halen wat de belangrijkste taak van de mens was, toen God hem schiep?
- In vers 26 en 27 staat dat God de mens schiep naar Zijn beeld, weet jij wat dat betekent? Misschien helpt het je om ook op te zoeken wat er staat in Efeze 4:24 en in de Heidelbergse Catechismus vraag en antwoord 6. Neem er een uitleg bij voor de moeilijke woorden.
- Er staat in vers 26 en 28 dat de mens heerschappij heeft, of heerst over de dieren. Betekent dat dat de mens de baas is over de dieren of betekent dat iets anders (gebruik een uitleg bij de Bijbel om hierachter te komen).
- Vers 31 is een soort refrein (kijk ook maar eens in vers 4, 10, 12, 18, 21 en 25). Er is alleen bij dit laatste vers van hoofdstuk 1 een verschil (er staat een woord extra). Wat wil dat zeggen, dat God zo spreekt over schepping van de mens?
- Ook jij bent geschapen door de Heere God met het doel dat je zijn beelddrager bent. Is dat nog zo zoals in het paradijs? Lees Jakobus 3:9.
Lees Psalm 139:13-16
- Wat lees je in deze psalm over hoe de Heere God jou heeft geschapen?
- Wat kan je hieruit leren? (Ons leven is wonderlijk gemaakt en kostbaar!)
- Wat bidt David aan het eind van de psalm? Lees vers 23 en 24.
Activiteiten
Kies uit onderstaande activiteiten wat past bij jouw kind(eren).
Woorden & taal
Je maakt samen een woordslang. Een woordslang maak je door de volgende in de groep een woord te laten zeggen, wat begint met de eindletter van het vorige woord. Het thema is: schepping. Je kunt ook een zandloper gebruiken, dan moet het volgende woord binnen de tijd worden gezegd, je speelt op deze manier door tot er een winnaar overblijft. Wil je er geen wedstrijd van maken dan spreek je van tevoren af hoe lang jullie dit spel spelen of tot hoeveel woorden jullie gaan.
Bewegen – spiegelen
Deze activiteit doe je samen. Eén iemand speelt de spiegel. Ga tegenover elkaar staan met je gezicht naar elkaar toe. Wat gebeurt er als je je hand optilt? De spiegel doet nu precies hetzelfde. Probeer zoveel mogelijk bewegingen uit. Wissel drukke en rustige bewegingen af. Als jullie dat leuk vinden kun je ook bewegen op rustige muziek. Blijf wel op één plaats staan en ruil na verloop van tijd van rol.
Vraag tot slot: wat heeft deze activiteit te maken met wat we hebben besproken?
(De mens in het paradijs weerspiegelde iets van God. Dus als je de mens zag, zag je iets van God. Zoals de Vader, de Zoon en de Heilige Geest op elkaar gericht zijn, zo was de mens ook gericht op God en zijn medemens. De wil van de mens en van God kwamen overeen.)
Knutselen
Nodig: (hand)spiegel met een rand (je kunt ook een kleine spiegel op een houten plaatje of stevig karton plakken); Verf, stempels of stickers.
Laat de kinderen de spiegeltjes versieren. Plak of schrijf er de tekst van de avondzang vers 7 op. De Heere wil zichtbaar worden door jou heen. Door de zonde is het beeld van God in ons heel erg beschadigd. Daarom bidden we: ‘O Zoon maak ons Uw beeld gelijk’.
Experimenteren – je brein is mooi geschapen
Nodig: een grote spiegel die tussen je benen kan staan of midden voor je op tafel.
Ga op een stoel zitten, klem de spiegel tussen je benen of ga aan tafel zetten en zet de spiegel met de spiegelkant naar rechts. Hang nu een beetje naar rechts zodat je alleen je rechterhand en de reflectie van je rechterhand in de spiegel.
- Beweeg nu synchroon je linker- en rechterhand terwijl je naar het spiegelbeeld van je rechterhand kijkt. Tik bijvoorbeeld met je vingers, of blijf je handen rustig openen en sluiten. Als het goed is, lijkt het nu alsof je allebei je handen ziet bewegen.
- Bezorg dan je brein een verrassing door opeens je linkerhand stil te houden terwijl je met je rechterhand stug doorgaat. Even lijkt het alsof je je linkerhand nog steeds ziet bewegen, terwijl je voelt dat hij stilligt. Je brein weet een moment lang niet hoe het daar chocola van moet maken; dat leidt tot een vreemd, soms tintelend gevoel in de linkerhand.
- Zo mogelijk nog gekker voelt het als je, na een halve minuut synchroon bewegen, opeens je rechterhand stilhoudt terwijl je je linker blijft bewegen. Je kunt ook iemand vragen om je rechterhand te strelen. Als het goed is lijkt je linkerhand nu verdoofd, omdat je ‘ziet’ dat hij wordt aangeraakt, maar niks voelt.
Filosoferen – vriendschap tussen ongelijken
Een bekende filosoof, Aristoteles, zei dat de relatie tussen ouders en kinderen een vorm van vriendschap is: vriendschap tussen ongelijken. Hij zei ook dat ouders van hun kinderen houden ‘omdat zij iets van henzelf zijn’ en kinderen houden van hun ouders ‘omdat zij aan hen hun bestaan danken.’ Wanneer je Aristoteles’ woorden leest, herken je dan iets van de relatie tussen de Heere God en onszelf?
Bespreek of je het eens of oneens bent met de volgende stellingen:
- God schiep de mensen allemaal gelijk.
- We zijn gelijk aan God, zo heeft Hij ons geschapen.
- We lijken wel op God, maar zijn niet gelijk.
Kijktafel – de schepping van de mens
Richt een kijktafel in rondom het thema, schepping van de mens. Verbeeldt het paradijs met 2 mensfiguren en 2 bomen. Werk het thema menswording verder uit door een boekje te gebruiken met informatie en plaatjes van de groei van een kindje. Zoek echofoto's op die gemaakt zijn tijdens de zwangerschap van jullie kind(eren). Geef (teksten) uit Psalm 139 een mooi plaatsje op de tafel (bijvoorbeeld vers 13 en 14).
Muziek – de schepping
Luister de gedeeltes 14-16 (schepping van de mens; Zijn beeld; God zag alles wat hij gemaakt had) uit het Oratorium ‘de Schepping’.
- Het eerste gedeelte (deel 14) begint heel rustig, voordat het koor inzet. Welke instrumenten hoor je? Het zijn er in ieder geval 3.
- De melodie van een oud lied hoor je in het tweede en derde deel (deel 14 en 15) terug in deze muziek. Eén van de coupletten staat hieronder, waarom denk je dat de componist ervoor koos dit lied te herhalen? (Hij wil Gods eeuwigheid, Zijn altijd Dezelfde zijn, Zijn onveranderlijkheid benadrukken)
Gij zijt, van vóór Gij zee en aard',
hebt door Uw woord bereid,
altijd dezelfde, die Gij waart,
de God der eeuwigheid.
- Wat hoor je voor bijzonders aan deel 16? (Er wordt niet gezongen)
- Wil je meezingen? Hier vind je de tekst:
14 - Schepping van de mens (naar Genesis 1:26 en 27):
Laat ons mensen maken, naar ons beeld, als onze gelijkenis. Opdat zij heersen over de vissen der zee, over het gevogelte des hemels, over het vee, over de gehele aarde, over al het kruipend gedierte dat over de aarde kruipt. En God schiep de mens naar Zijn beeld, naar Zijn beeld schiep Hij hen, man en vrouw schiep Hij hen.
15 - Zijn beeld:
De eerste Adam treedt in ‘t licht, weerspiegeling van Gods gezicht. Naar die gelijkenis te leven, is deze mens door Hem gegeven. God heeft Zijn maaksel innig lief en biedt een hemels perspectief. De schepping tot Zijn eer bewaren, hij schenkt een hemel hier op aarde. Wat is de mens dat Gij hem telt en over heel de schepping stelt? Toch wilt Gij hem met luister kronen en in zijn hart en leven wonen.
Suggesties om te zingen:
- Psalm 8: 1
- Psalm 19: 1
- Avondzang: 7
- U die mij geschapen hebt
- Zie de zon, zie de maan
Bijbeltekst(en) memoriseren
Kies één van onderstaande Bijbelteksten en zet deze op een centrale plek, het liefst met ondersteunende spullen. Spreek dagelijks met elkaar de tekst hardop uit. Leg moeilijke woorden eventueel uit, en herhaal deze uitleg totdat de kinderen zelf aangeven dat ze de betekenis kennen.
- Genesis 1:27
- Psalm 139:13,14
Bronnen
- Filosoferen: Filosofie Magazine (citaat Aristoteles)
- Experimenteren: www.psychologiemagazine.nl