“Jongens, we moeten de tekst nog doen. En wat is de psalm van deze week? Opschieten, want we moeten ook nog tandenpoetsen. Schoenen aan, opschieten! Nu!” Jullie zijn vast betere moeders dan ik. Jullie staan vast op tijd op. Want jullie gaan ook op tijd naar bed natuurlijk. Jullie hebben daarom alle tijd om eerst jezelf rustig aan te kleden en dan in alle vrede samen te ontbijten en uit de Bijbel te lezen.
Niets van dat alles in huize Burger. Helaas is mij een zeer grote mate van positiviteit toebedeeld. ’s Avonds denk ik dus dat ik teveel nog kan doen en ’s morgens blijf ik een kwartier te lang liggen. Met als gevolg dat alles in vliegende vaart moet gebeuren. En dat ik niet, zoals jullie, de tijd heb om rustig dat Bijbelverhaal aan mijn kinderen voor te lezen. Want er moeten nog appeltjes gesneden worden en die warbos moet nog met een haarborstel en gel in gladde banen worden geleid.
Maar… we hebben een oplossing gevonden: we leren Bijbelteksten!
Als ik ergens spreek over geloofsopvoeding en vertel dat mijn kinderen Bijbelteksten leren, zijn er altijd moeders die dat onhaalbaar geweldig vinden. Bijbelteksten leren! Maar ik moet eerlijk bekennen dat het gewoon een praktische oplossing is.
Ik wil graag de dag met God beginnen, maar mijn planning is te brak voor een uitgebreid Bijbelverhaal. Tegelijk denk ik dat mijn kinderen de Bijbel beter kunnen lezen en begrijpen als ze zich bepaalde zinnen en woorden eigen gemaakt hebben. We leren dus teksten uit ons hoofd.
Op zondagavond schrijf ik de tekst op een mooi vel papier en hang ik het in zo’n hip clipboard. Of ik pak mijn taartplateau en maak een viertafel van het tekstkaartje met een aantal voorwerpjes uit de speelgoedkist. Bij het ontbijt dreunen we de tekst op, we zingen de psalm van de week en bidden samen. En dan gaat het in rap tempo door naar de fietsenschuur.
Soms kun je een principe heel prima praktisch invullen!