Is het voorkomen van seksueel misbruik een aandachtspunt in de opvoeding? Zo ja, hoe geef je dat dan praktisch vorm? Vijf moeders geven een openhartig antwoord.
„Min of meer terloops herhalen”
„Heel recent heb ik het daar met mijn kinderen (4,5 en 3 jaar) over gehad. Ik ontdekte dat het moeilijk is om ze voor te lichten, want je wilt ze ook niet onnodig bang maken. Toch vinden wij het belangrijk dat onze kinderen weten dat ze niet alle mensen kunnen vertrouwen. Heel concreet heb ik gezegd: Als mensen je iets lekkers beloven en ze vragen of je met ze mee wilt gaan, nooit doen! Altijd eerst aan mama komen vragen! Dit geldt ook voor mensen die je wel kent. Omdat misbruik vaak voorkomt in familie- of vriendenkringen, vond ik het ook belangrijk ze daar voor te waarschuwen. Ook voorzichtig, maar wel concreet: „Je blootje is van jezelf! Niemand mag aan je plasser of billen zitten dan alleen jijzelf, want die zijn alleen van jou. Als iemand er toch aanzit, zeg het dan altijd tegen papa en mama.” Ik heb uitgelegd dat het anders is als papa of mama je helpt bij het douchen. Zo af en toe herhaal ik dat min of meer terloops.”
Annelies, moeder van drie kinderen
„In bad spelen met zwembroek aan”
„Als gezin proberen wij bewust bezig te zijn met het voorkomen van seksueel misbruik. Van jongs af aan proberen we open te praten over seksualiteit. Ons lichaam is prachtig gemaakt door de Heere God en bepaalde lichaamsdelen zijn niet bedoeld voor anderen, alleen voor jezelf. Om een voorbeeld te geven: jongetjes spelen in bad met hun plasser. Dat hoeft geen probleem te zijn er is niemand bij, het lichaam is schoon en het is hún plasser. Anders wordt het, wanneer onze zoons in bad samen met hun Playmobil-schepen willen spelen. Dan doe ik ze een zwembroek aan. Gewoon, uit voorzorg. Ik ken gezinnen waar de grotere kinderen vaak op de kleinere moeten passen. Op zich is daar niets mis mee. Ik ken ook gezinnen die daar - uit voorzorg - voorzichtig in zijn. Persoonlijk vind ik dat wijzer. Sommige kinderen zijn ‘knuffeldiertjes’. Dat nemen ze vaak ook mee in de puberteit. Ik denk dat veel incestsituaties tussen broers en zussen onschuldig beginnen. Hoe vaak kruipen broertjes en zusjes ‘s morgens niet bij elkaar in bed? Ik vind het prachtig wanneer ik mijn kinderen zo vind. Maar er komt een moment dat het ene kind in de puberteit komt, terwijl het andere kind nog helemaal onbevangen kind is. Ik denk dat dat een moment is om te zeggen dat ze misschien te groot geworden zijn om bij elkaar in bed te kruipen. Ook in de kerk moeten we alert zijn. Wij zijn lid van een kleine gemeente. De crèche is in een gebouw los van de kerk. Soms zijn er slechts twee of drie kinderen. Eén oppas is hier ruim voldoende. Er zijn jongens uit de gemeente die willen oppassen. Super, dat ze dat willen doen. Alleen, laat er dan wel een tweede persoon bij zijn, een meisje of vrouw.”
Marianne, moeder van vier kinderen
„Gelegenheid zoeken voor gesprek”
„Ik moet eerlijk zeggen dat wij niet dagelijks of zelfs wekelijks hierover met de meiden praten. Wel als er concrete aanleidingen toe zijn. Zoals pas, toen een krantje meldde dat er een potloodventer gesignaleerd was. Ik heb met de oudste drie besproken wat zo iemand doet, waarom hij zoiets zou doen, wat ze zelf moeten doen als ze zo iemand tegenkomen: Direct thuis vertellen, zodat we de politie kunnen bellen. Aan de andere kant wil ik ze ook niet bang maken om over straat te gaan, dus het was voor mij wel een dilemma hoe uitvoerig en hoelang je hierover met elkaar in gesprek bent. Verder dan een enkele waarschuwing om nooit zomaar met een onbekende mee te gaan, kom ik niet, wat betreft het voorkomen van misbruik. Maar nu dringt het pas tot me door: misbruik komt vaker in huiselijke kring voor dan daarbuiten. Dus ik denk dat we toch maar eens naar een gelegenheid moeten zoeken om in gesprek te gaan. Ze uitleggen dat niemand binnens- of buitenshuis zomaar aan hen mag zitten over het hoe en waarom. Ik ben benieuwd hoe anderen dit concreet doen, want ik wil ook niet dat ze daarna elke mannelijke bezoeker met argwaan bekijken en alle onbevangenheid verliezen.”
Maria, moeder van zes kinderen
„Niet onnodig bang maken”
”We doen er eigenlijk niks aan. We zeggen alleen dat ze nooit met iemand mee mogen zonder het aan ons te vragen, omdat we ze anders kwijt zijn of niet weten waar we ze op moet halen als we gaan eten. De reden is dat we ze niet onnodig bang willen maken. De methode “Wonderlijk gemaakt” geeft er bij ons op school aandacht aan en dat is voor ons voorlopig voldoende. Als onze kinderen vragen stellen, gaan we er uitgebreid op in. We vertrouwen erop dat de sfeer zo open is in ons gezin dat, als er wat gebeurt, ze het aan ons vertellen. We weten de kenmerken en alle kinderen zitten lekker in hun vel, dus we maken ons geen zorgen.”
Josefien, moeder van vijf kinderen
„Niet in ondergoed door het huis”
„Heel praktisch: De meiden moeten niet in hun ondergoed door het huis lopen. Ik moet zeggen dat dit in de praktijk toch wel eens voorkomt. Daarom let ik ook op het gedrag van onze zoon (16 jaar). Hoe kijkt hij naar zijn zussen? Zit hij aan zijn zussen en zo ja, is het echt alleen onschuldig stoeien? En komen zijn zussen vaak op zijn kamer? Of hoor of zie ik hem op hun kamer? Wij letten dus zowel op onze dochters als op onze zoon. Als moeder zou ik ook op gaan letten als mijn man veel op de meidenkamers zou zijn of als zij in het gedrag naar mijn man toe bepaalde signalen zouden laten zien (schrikreacties, niet spontaan op schoot kruipen). Ik bespreek met de kinderen dat dergelijke dingen kunnen voorkomen, thuis, bij vrienden, bij familie of op school. En ik zeg dat ze er gelijk melding van moeten maken als het hen zou overkomen. Omdat het een onderwerp is dat juist vaak wordt verzwegen, gooi ik zelf weleens een visje uit en dan let ik goed op hun reactie. Daar is een hoop van af te lezen.”
Petra, moeder van vijf kinderen