Vol verwachting kijken ze naar hun verjaardag uit. Nog twee nachtjes, nog één... Het feest kan beginnen. Voor die tijd doen alle ouders hun best om een cadeau te vinden waarmee ze de jarige zoon of dochter kunnen verrassen. Toch blijft het ook voor hen spannend: Gaan ze ermee spelen of kijken ze er na vandaag niet meer naar om?
Marianne de Valck uit Leusden geeft graag een aanzet tot bezinning op het aanschaffen van speelgoed. Ze is oud-voorzitter en ambassadeur van de Nederlandse vereniging van Speelotheken. Verder heeft ze een achttal boeken op haar naam staan op het gebied van spelen en speelgoed, waaronder Speelgoedboek, eerste hulp bij het kiezen van speelgoed.
Als speel-goed-adviseur verzorgt ze workshops voor iedereen die maar iets met spelende kinderen te maken heeft. „Goed spelen is voor mij belangrijker dan speelgoed. Bij een workshop is de algemene verwachting dat ik ga zeggen: Dit of dat is het beste speelgoed, maar dat doe ik dus juist niet. Het ene kind zal uren met iets kunnen spelen, terwijl het andere kind er nooit naar omkijkt. Het belangrijkste doel is dat het kind lekker speelt. Speelgoed is hierbij een hulpmiddel.
Het kiezen van een cadeau is een persoonlijke zaak, waarbij iedereen weer met andere zaken rekening houdt. Zo kopen vaders vooral wat ze zelf mooi vinden en gaan ze er vervolgens van uit dat het kind er net zo over denkt. Zij kopen ook vaker dan moeders A-merken. Moeders letten echter meer op wat de kinderen willen en vinden prijs en kwaliteit belangrijker.
Beiden hebben hetzelfde doel: het kind op zijn verjaardag verrassen. En dat moet ook, vindt Marianne. „Een verjaardag is een mijlpaal. Je hoopt dat je kind later nog met plezier aan die dag terugdenkt. Dat bereik je niet met een enorme hoeveelheid dure cadeaus. Geef hem eens iets wat hij totaal niet verwacht. Misschien iets wat je zelf helemaal niet mooi vindt, maar waar hij het al maanden over heeft. Wij hebben een van onze zoons een keer een rugzak vol met chips cadeau gedaan. Wij aten dat nooit en hij wilde het juist ontzettend graag. Aan zulke cadeaus denken ze nog lang terug.
Om tot een goede cadeaukeuze te komen, is het slim om jezelf eerst rustig wat vragen te stellen over je zoon of dochter. Wie is hij, wat doet hij en hoe doet hij? Is het iemand die graag organiseert of is hij liever in zn eentje bezig. Is hij creatief? Heeft hij fantasie? Speelt hij graag buiten? Kortom: Wat voor aard heeft mijn kind?
Wat voor lego?
Marianne gebruikt hiervoor vier typeringen: rauwers, douwers, schouwers en bouwers (zie kader). „Het is niet mijn bedoeling om kinderen in een hokje te stoppen, zo dat al kan. De typeringen kunnen je wel helpen om de manier van spelen bij je kind te herkennen. Hierdoor kun je gemakkelijker aansluiten bij zijn belangstelling. Een kind dat graag grote gebaren maakt, heeft niets aan een memoblaadje. Geef dat maar aan een friemelaar die denkt te verdwalen op een A4. Lego is voor veel kinderen leuk, maar wel op verschillende manieren. Je kunt een basisdoos kopen met alleen maar rechte blokken. Sommige kinderen kunnen daarmee uit de voeten en bouwen de mooiste dingen, terwijl anderen een beetje ongelukkig kijken, omdat ze niet weten wat ze ermee aan moeten. Die hebben een voorbeeld nodig. Voor hen kun je iets zoeken om na te bouwen. Geef je die inventieve kinderen een doosje met één dingetje om in elkaar te zetten, dan belemmer je ze in hun creativiteit. Verder is het goed om naar het verlanglijstje van je kind te kijken. De bruikbaarheid van het verlanglijstje hangt natuurlijk sterk af van de leeftijd van het kind. De meeste kinderen kiezen voor speelgoed dat prachtig is om te hebben. De selectie gebeurt op grond van het uiterlijk. Ze moeten nog leren om door de buitenkant heen te kijken. Blijft het speelgoed met muziek, licht en beweging ook nog leuk als de eerste verrassing eraf is?
Zelfstandige speelgoedwinkels
De speelgoedadviseur pleit er dus niet voor om het verlanglijstje zomaar om te zetten in een boodschappenlijstje. „Kijk hoe reëel de wensen zijn. En wellicht zitten er aanknopingspunten in voor een cadeau dat zowel het kind als de ouders leuk en geschikt vinden? Bij oudere kinderen kun je het gesprek aangaan om te kijken wat ze werkelijk willen en waarom. Waarom wil je dat grote cadeau hebben en waar kunnen we dat een plek geven? Wat vind je leuk aan dit spel en met wie zou je het willen spelen?
Met al deze informatie in je achterhoofd kun je gaan zoeken en een keuze maken. Hoeveel moeite mag het zoeken je kosten? Je maakt al een keuze door bijvoorbeeld alleen naar Intertoys of een andere grote keten te gaan. In veel steden heb je zelfstandige speelgoedwinkels met een ander assortiment, bijvoorbeeld uitsluitend spellen of Dick Bruna-artikelen. Ga daar ook eens kijken. Je kunt je ook via www.speelgoedwinkel.nl oriënteren en eventueel kopen. Dat scheelt pijnlijke voeten...
A- en B-merken
Een andere vraag waar ouders voor staan, is hoeveel ze voor een verjaardagscadeau willen uitgeven. Hiervoor zijn geen richtlijnen. Marianne raadt iedereen aan om in de winkel goed te kijken en te vergelijken. "A-merken zijn niet voor niets duurder dan B-merken. Is het erg om voor een kasteel van Playmobil meer geld uit te geven dan voor een kasteel van een B-merk? Dat goedkopere kasteel heeft wellicht geen ophaalbrug en de prinses is een sticker, op de muur geplakt. Dan lijkt me de keuze niet zo moeilijk. Maar nogmaals: Het meest verrassende cadeau kost misschien maar 1 euro."
Vier types spelende kinderen
- Rauwer: Dit kind is een doener, houdt van beweging. Hij stelt niet uit, neemt grote stappen en is snel klaar. Voor hem geen ingewikkelde gebruiksaanwijzing. Zeg maar hoe het moet, dan kan hij beginnen.
- Douwer: Dit is het eigenwijze kind, dat alles op zijn eigen manier doet. Als iedereen rechts zegt, gaat hij ook links kijken. Met rolschaatsen komt hij pas thuis als hij het kan. De verwondingen neemt hij op de koop toe.
- Schouwer: Bij dit kind passen de bijvoeglijke naamwoorden leuk, lief, mooi, eng of zacht. Een denker met een filosofische inslag. Hij kijkt, hoort, beleeft en ervaart alles. Reageert niet snel.
- Bouwer: Dat is de regelaar, ondernemer, kattenkop. Hij kan alles gebruiken voor alles. Hij betrekt anderen erbij.
Wat doen ze met een bal? De rauwer wil alle mogelijkheden van de bal optimaal benutten. Er sneuvelt een keer een ruitje. De douwer is tactischer. Hij bekijkt de bal technisch. Hoe werkt de bal? Hoe werkt het spel? De schouwer beschouwt het balspel. Hij zou een goede scheids zijn, of toeschouwer. Hij wil de bal aaien, ruiken of in zijn zak koesteren. De bouwer zet direct een team op, organiseert toeschouwers en desnoods toegangskaartjes.
Tekst: Margreet van den Berg-van Brenk