Rekening houden met elkaar. Het is wat iedere ouder z’n kind wil leren, omdat hij anders een asociaal persoontje wordt. Toch verschilt de situatie nogal per gezin. In het ene gezin blijft het beperkt tot niet boven spelen als de jongste zijn middagslaapje doet. In het andere gezin voert dat rekening houden met elkaar erg ver: van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en soms ook nog ’s nachts. Thea Vossen: “Zomaar een spelletje met onze dochter spelen was er niet bij, want het stond niet in het schema van haar bijzondere broer.”
Wordt er in ieder gezin wel eens een slag geleverd om speelgoed, bij Thea was dit voortdurend het geval. „Al vlug hadden we van alles twee. Twee loopauto’s, twee bakken duplo. Want zodra de jongste met de spullen van de oudste speelde, was het ruzie. Hij duwde haar gewoon van de loopauto of begon haar het speelgoed uit handen te trekken.” Thea krijgt door de jaren heen steeds meer oog voor de invloed die het bijzondere gedrag van haar zoon heeft op de ontwikkeling van haar dochter. Ze heeft het verhaal opgetekend in het boek “Help, het brusje is normaal”. „Pas toen onze dochter twaalf jaar was, leerden we hoe je ‘normale’ kinderen opvoedt. Ik heb me er enige tijd schuldig over gevoeld dat ik niet beter in de gaten had welke behoeften onze dochter had. Ik heb mijn schuldgevoel kunnen minderen door te leren wat ze nodig heeft en dit indien mogelijk toe te passen. Nu, twee jaar later, gaat het goed met mijn dochter en kan ik opgelucht ademhalen, omdat we de schade voor een groot deel konden herstellen.” Lezen“Bijzondere broers en zussen”, door Annette Hames en Monica McCaffrey (Uitg. Nino, 2006, ISBN: 9085605075). De vijf citaten van kinderen/jongeren hieronder komen uit dit boek. De schrijfsters geven ook tips en praktische adviezen aan kinderen met een bijzondere broer of zus. “Help, het brusje is normaal”, door Thea Vossen (Uitg. Graviant Educatieve, 2012, ISBN: 9789491337086). Dit persoonlijke verhaal roept wellicht herkenning op. Jennifer (12): „Als ik achter de computer zit om mijn huiswerk te doen, wil hij op de computer en dan moet ik hem zijn zin geven, omdat hij anders door het lint gaat. Dat is niet eerlijk, zeker niet met huiswerk, want ik moet misschien wel nablijven als ik het niet af heb. Hij vraagt veel meer aandacht dan ik. Ik schrijf verhalen op mijn kamer om uit zijn buurt te blijven, maar dan komt hij soms toch binnen. Hij wordt elke nacht wakker en dan gaat hij naar de kamer van mijn vader en moeder – dan zijn ze de volgende dag weer moe. Soms reageren ze het op mij af terwijl ik niks heb gedaan en dan word ik overstuur. Ik denk dat hij veel aan onze parkietjes heeft, want hij zit vaak naar ze te kijken en dan praat hij tegen ze. Ik denk dat hij rustig van ze wordt.” John (17): „Toen ik klein was, heb ik waarschijnlijk wel met haar gespeeld, maar nu niet meer. Ik help mijn moeder met Kirsty’s verzorging. Ik help haar ’s morgens met opstaan, geef haar haar pillen, meestal maak ik ontbijt voor haar, en ik help haar de schoolbus in en weer uit. Mijn moeder is dan meestal met de drie kleintjes bezig, daarom doe ik het. Ik vind het niet vervelend om voor haar te zorgen.” Zijn broertje Paul (12): „Ik maak me wel eens zorgen om Kirsty als ze beneden is en de drie kleintjes boven aan het spelen zijn, als ze dan naar beneden gaan weet je niet of het wel goed gaat. Dan ga ik even naar beneden om te kijken. Je moet de rest gewoon de kamer uit sturen.” Nicole (6): „Soms schaam ik me best wel als er vriendinnetjes bij me komen spelen en m’n broer van acht in zijn luier poept. Ze weten niet waarom hij een luier om moet en ze vinden dat hij oud genoeg is om zelf naar de wc te gaan. Soms word ik er ook best verdrietig van. Ik zou het heel leuk vinden als Liam met mij kon spelen, maar dat doet hij nooit. Hij wil alleen maar met dingen friemelen en rondjes draaien in zijn eentje.” Tamara (8): „Sommige dingen zijn leuk aan gehandicapte broers hebben, andere dingen zijn naar. Het nare is dat je soms niet kunt doen wat je wilt en dat ze vervelend kunnen zijn en dat je niet altijd aandacht krijgt. Maar het leuke is dat je soms iets hebt wat je bijzonder maakt.”