Anders opvoeden dan je ouders

“Ik wil dat de kinderen de Bijbel echt begrijpen en trek de lijn door naar ons eigen leven” Er zijn geen twee mensen hetzelfde en daarom is ook iedere opvoeding weer anders. Marit (35) geeft een 9 voor de opvoeding die ze van haar ouders heeft genoten. Als ze zichzelf als opvoeder een cijfer geeft, komt ze tussen de 6 en de 7 uit. Aan haar de vraag wat ze anders doet dan haar ouders.

Je kunt gerust zeggen dat Marit iets met opvoeden heeft. Samen met haar man René voedt ze hun drie kinderen op. En ook in haar werk is ze veel met kinderen bezig. Marit haalt een boek van christenpedagoog Wim ter Horst uit de boekenkast en laat een rijtje zien van zaken die in de opvoeding van belang zijn. Bij ieder punt geeft ze aan hoe het er bij haar thuis aan toeging.

Aanraken: „Ik kan me nog herinneren dat ik het als meisje uit klas 6 heel vreemd vond dat klasgenoten in de kerk nog tegen hun moeder aankropen. Knuffelen was er bij ons niet zo bij. Misschien ook wel logisch, want de schoot van mijn moeder was vaak bezet met kleinere kinderen. Ik ben de derde in de rij van zeven kinderen.”

Verzorgen: „Echt een tien. Als het aan mijn moeder lag, zag ik er altijd verzorgd uit. Ik vond het zelf in mijn kinderjaren echter totaal niet belangrijk. Het huis was ook altijd netjes opgeruimd. En dat met een groot gezin! M’n moeder runde de toko met zeer veel toewijding.”

Spelen: „We hadden in de tuin een grote speelplek, waar de hele buurt kwam spelen. Mijn moeder organiseerde ook altijd van alles voor ons. We maakten met elkaar poppenhuizen en richtten ze vervolgens in.”

Maaltijd: „Iedere dag fruit, dat hoorde erbij. Verder besteedde m’n moeder veel aandacht aan de bereiding en de presentatie van de maaltijd. ’s Zondags maakte ze altijd mooie toetjes. Het was voor haar een must om creatief te zijn.”

Feest: „Een verjaardag was altijd heel exclusief. Er stond dan een bloem met een persoonlijk kaartje bij je bord. M’n ouders besteedden veel zorg aan de cadeautjes. Na het uitpakken knielden we allemaal rond het bed van mijn ouders, speciaal om te bidden voor de jarige.”

Eropuit trekken: „Op vakantie gaan was er eerst niet bij, maar we trokken er wel regelmatig op uit: naar familie of naar een plas.”

Leren: „De meeste kinderen leerden vrij gemakkelijk. Het was goed, wat je ook deed. Mijn ouders waardeerden je zoals je was.”

Gesprek: „We praatten wat af met elkaar, maar achteraf zie ik dat het vooral ging om de sterke en leuke kant van onszelf. Ik noem dat maar de zonnige kant, de kant waar je energie van krijgt als je erover spreekt. De schaduwkant, het kwetsbare, lieten we liggen en in feite maakte dat ook wel eenzaam.

Verdriet, onzekerheid en angst lieten we niet aan elkaar zien. Tegen mijn moeder was ik open zolang het niet om zaken ging waar ze veel moeite mee had. Zo discussieerden we best over theologie, maar we lieten dan niet merken wat die verschillen met ons deden. We bleven in de cognitieve modus en hadden geen woorden voor de emoties die erbij kwamen kijken.

Mijn ouders waren niet gewend om hun eigen moeiten te uiten. Vooral m’n moeder is daar hard tegenaan gelopen. Ze ging eerder maar door en liet haar kwetsbaarheid niet snel zien. Ze zei dan wel: „Ik ben moe” of „ik heb hoofdpijn”.

Je zou misschien verwachten dat we op moeilijke momenten als broers en zussen bij elkaar uithuilden, maar dat gebeurde ook niet. Ieder vocht min of meer z’n eigen moeilijkheden uit. Ik kan me nog goed herinneren hoe eenzaam ik me voelde met mijn eigen verdriet, toen mijn oma was overleden. We spraken er veel over met elkaar, maar ik miste de troostende woorden en gebaren. Wat ik niet kon zeggen, schreef ik in mijn dagboek.”

Warme en koude kant
In de hulpverlening wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de warme en de koude kant van de opvoeding.

De koude kant heeft betrekking op gezag en regels, de warme vooral op liefde, aandacht en gezelligheid. Terugkijkend op haar eigen opvoeding, ziet Marit dat haar ouders voor beide aandacht hadden. In het bijzonder wil ze nog wel de geborgenheid noemen, die ze bij zowel haar vader als haar moeder ervoer. „Dat vind ik heel bijzonder, want in haar jeugd mistte mijn moeder die veiligheid juist.”

Kijkend naar haar eigen manier van opvoeden, vindt ze dat ze in de warme kant beter is dan in de koude.

„Ik vraag me wel eens af hoe mijn moeder het allemaal deed. Soms loop ik hard tegen mezelf aan, vooral doordat ik zo chaotisch en ongedurig ben. Zo probeerde ik met een beloningsbord te bereiken dat we iedere morgen om half negen buiten zouden staan om naar school te gaan. Als de kinderen buiten klaar stonden als de kerkklok sloeg, mochten ze een magneetje op het beloningsbord doen. De enige die niet op tijd was, was ikzelf.

Ik vind dat ik het in veel opzichten minder goed doe dan mijn ouders. Die totale toewijding voor je kinderen, zoals mijn moeder die had, dat is mijn ideaalbeeld, maar dat lukt mij niet. Ik verdeel mijn aandacht, want ik wil ook m’n vak optimaliseren.”

De mening van het kind
Wat wil Marit in het opvoeden anders doen dan haar ouders? „Openheid en ruimte voor een eigen visie zijn voor mij erg belangrijk. Ik hecht sterk aan de mening van het kind. Van huis uit ben ik dat niet zo gewend. In de kerkelijke gemeente en thuis was het meer van: Wij doen dit zo. Niemand vroeg: Wat vind jij daar nu van? Dat zelfstandig over dingen nadenken paste niet binnen het reformatorische wereldje van toen.”

Bijbellezen aan tafel
Kerkelijk vindt Marit onderdak bij een Hersteld Hervormde Kerk in een dorp. Net als de meeste kinderen van die gemeente zitten hun kinderen op een christelijke school. De keuze voor een christelijke school is een bewuste, ook al is er in het dorp geen reformatorische.

„Mijn ouders waren heel consciëntieus en spraken niet snel veroordelend over anderen, maar het beeld dat ik als kind meekreeg, was toch wel dat het niet goed kon gaan met het meisje dat oorbellen droeg en kort haar had. Als kind voelde dat strikte kader enerzijds wel veilig, want het biedt veel vastigheid. Anderzijds beklemde het me ook, zeker naarmate ik ouder werd.

Hoe zwaar bijzaken als uiterlijk voor mij ook voelden, mijn ouders maakten er geen hoofdzaak van. De kern was de noodzaak van bekering en geloof in de Heere Jezus. Juist de hoofdzaken uit de Bijbel wil ik ook onze kinderen meegeven.

Wat wij anders vorm geven dan mijn ouders, is het Bijbellezen aan tafel. Iedereen had een Bijbel voor zich om mee te lezen en dat vind ik positief. Mijn ouders vonden Bijbelkennis heel belangrijk, maar we spraken er niet over door wat dit nu persoonlijk voor je betekent. Dat doe ik dus nu met de kinderen heel bewust wel. Ik wil dat ze echt begrijpen wat er staat en trek de lijn door naar ons eigen leven.

Pas stonden we stil bij de bede uit het Onze Vader over het vergeven van schuld. We zeiden toen tegen elkaar dat het goed is om niet alleen de Heere vergeving te vragen, maar ook elkaar in het dagelijkse leven. Ik vond het heel wonderlijk om te merken hoe ik dat terugkreeg, toen één van de kinderen me later vroeg: „Mam, wil je mij dat vergeven?’ Door meer in gesprek te gaan, merk ik dat ik mezelf er ook steeds weer in moet verdiepen. Er zijn stukken in de Bijbel die ik ook niet begrijp en dat mogen mijn kinderen ook wel van mij weten.”

Margreet van den Berg-van Brenk

Marit heet in werkelijkheid anders


Terdege

Terdege

Terdege is een christelijk familiemagazine vol eerlijke interviews, inhoudsvolle artikelen en boeiende columns. De stijl van Terdege is fris en puur. Daardoor biedt Terdege elke veertien dagen waardevolle momenten van ontspanning en verdieping.




Opvoeden doe je samen!

Leer van elkaar door het onderlinge gesprek! Wij komen graag naar jullie voor toerusting op maat. Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag per mail aan Thera.

Neem contact op

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

Stuur je tip in

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het plusje items toe aan je inspiratielijst. Al je favorieten in één lijstje overzichtelijk bij elkaar!